Het KNMI maakte op 9 oktober de langverwachte doorrekening van het IPCC-rapport voor Nederland openbaar. Vier verschillende scenario’s werden uitgewerkt: op basis van lage of juist hoge CO2-uitstoot, en op basis van een verdrogend danwel een vernattend klimaat.

Met Klimaatverbond volgden we de nieuwe klimaatscenario´s op de voet. Zo organiseerden we samen met Samen Klimaatbestendig een webinar waarin het KNMI, Janette Bessembinder, inzoomde op de scenario´s specifiek voor hitte. In dit artikel schijnt Jan Engels van Klimaatverbond zijn licht op de klimaatscenario´s en wat dit betekent voor de beleidsterreinen. Wat valt hem op?

Meerdere beleidsterreinen geraakt door klimaatverandering 

Het KNMI toont in een grafiek wat de impact per scenario is op onderstaande thema's: 

  • toename van de gemiddelde temperatuur en van hitte 
  • nattere winters 
  • toename van extreme zomerbuien 
  • toename van droogte (voorjaar en zomer) 
  • zeespiegelstijging 
Scenario's van het klimaat voor 2100

Vier scenario's voor klimaatverandering in Nederland rond 2100. Bron: KNMI

 

Wat ons in het oog springt zijn twee hoofdconclusies: 

  1. De effecten voor Nederland zijn fors. Zo gaat de zeespiegelstijging stevig en nog honderden jaren door, óók als we onze CO2 uitstoot weten te beperken
  2. De klimaatverandering raakt veel beleidsterreinen 

Van een 'opgeknipte' aanpak naar samenhang

Voor dat laatste aspect, de beleidsterreinen, vragen wij nu aandacht. Want wij zien dat overheden, van het Rijk en provincies tot gemeenten en waterschappen de maatregelen nog ‘opgeknipt’ oppakken. Zo zijn ambtenaren die bezig zijn met Water en Bodem sturend in ruimtelijke opgaven over het algemeen andere personen dan zij die bezig zijn met hittestress, of met landbouw en biodiversiteit. Terwijl al deze beleidsterreinen samenhangen.

Natuurlijk is er voor ieder deelonderwerp specialistische verdieping nodig om de juiste analyses en beslissingen te kunnen maken. Maar juist in de uitvoering – de dagelijkse praktijk, in de leefwereld van bewoners – moeten maatregelen elkaar versterken en niet onverhoopt tegenwerken. Hoe is dit te realiseren?

Een gebiedsgerichte benadering

Voor maatregelen die elkaar versterken, is een gebiedsgerichte benadering nodig. Breng daarom in beeld wat het DNA van het gebied is (als het over de gebouwde omgeving gaat: de buurt) via drie schaalniveaus: Gebied, Gebouw, Gebruiker. Sommige gemeenten noemen dat ook wel de verbinding tussen fysiek en sociaal domein. Prima!

Een dergelijke samenhang vraagt om een compleet andere uitvraag of opdracht vanuit het Rijk aan gemeenten. Voor gemeenten is het belangrijk dat zij aansluiten op de buurt en op de leefwereld van de bewoners. Dit vraagt echter wel om een andere werkwijze dan gemeenten doorgaans gewend zijn. Maar deze kanteling is uiterst behulpzaam voor alle grote opgaven waar ze voor staan!

Wij horen graag je mening

Jan Engels

Jan Engels van Klimaatverbond

  1. Helpt de invoering van de omgevingswet bij een gebiedsgerichte benadering, zoals hierboven omschreven? (Met name de uitwerking in programma’s en wijk-uitvoeringsplannen).
  2. wat zou het Rijk volgens jou moeten doen om gemeenten te helpen tot een gebiedsgerichte werkwijze te komen?

We zijn erg nieuwsgierig naar je bevindingen! Mail ze naar jan.engels@klimaatverbond.nl