Op de wereldranglijst van schone energietechnologie is Nederland vorig jaar gezakt van de 18de naar de 21ste plek. Dat blijkt uit onderzoek van het Wereld Natuur Fonds (WNF) dat vandaag verschijnt. Voor het onderzoek liet het WNF de investeringen op een rij zetten in bijvoorbeeld windturbines, zonnepanelen, zonnecellen en elektronica in 25 belangrijke economieën.

Een van de conclusies is dat Nederland wel beschikt over veel kennis op het gebied van schone technologie, maar dat die onvoldoende te gelde wordt gemaakt.

Windparken

Door onder meer de hoge olieprijs stijgt wereldwijd de vraag naar technologie voor het opwekken van schone energie en energiebesparing. In 2011 werd bijna 200 miljard euro verdiend aan bijvoorbeeld de bouw van windparken en realisatie van systemen voor energiebesparing (isolatiemateriaal) en zonne-energie (10 procent meer dan in 2009). De schone industrie is volgens de onderzoekers nu bijna even groot als die van consumentenelektronica. De verwachting is dat de omzet de komende 10 jaar verdubbelt. Maar waar landen als China en Zuid-Korea profiteren, valt Europa terug. Denemarken en Duitsland staan met hun activiteiten op het gebied van wind- en zonne-energie nog wel in de top 3. Nederland staat echter niet meer bij de eerste twintig landen en zag de omzet in 2011 met 14 procent dalen tot 1,2 miljard euro.

Motor voor de economie

Volgens het WNF kan Nederland in 2015 in de top 10 staan. WNF-directeur Johan van de Gronden ziet de verkiezingen van 12 september als een mooie kans dat doel te halen. 'Een nieuw kabinet doet er verstandig aan de thuismarkt voor schone technologie te stimuleren. De cleantechsector kan de motor zijn voor het herstel van de economie en duizenden nieuwe, groene banen creëren.' (Bron: Trouw)