Het kabinet heeft de motie over een onderzoek naar saldeermogelijkheden nog niet uitgevoerd. Wij zijn wel verder gedaan. Thijs de la Court (vicevoorzitter Klimaatverbond en bestuurslid e-Decentraal) en Teun Bokhoven (DE-Koepel) doen in dit opinieartikel een voorstel: regel op korte termijn dat salderen in alle woningen mogelijk is en ga experimenteren met zelflevering.

Energie uit eigen buurt
De samenleving bruist van duurzame energie. 60% van de woningeigenaren wil zonnepanelen op het dak. Mensen slaan de handen ineen en beginnen samen lokale energiebedrijven. Die initiatieven - inmiddels ruim honderd - verdienen ruim baan. Hoog tijd om met eerlijke wetgeving en belastingregels deze duurzame opmars te versterken. Het is eigenlijk een wonder dat de animo voor duurzame energie zo groot is. De wetgeving en belastingregels op de energiemarkt zijn namelijk niet gemaakt voor lokale energiebedrijven of decentrale duurzame opwekking en zitten deze juist in de weg. Zo kunnen particulieren in principe op hun dak opgewekte elektriciteit verrekenen met het eigen gebruik (zogenaamd salderen). Maar iedere andere manier van opwekken is van deze regeling uitgesloten.

De Tweede Kamer heeft unaniem voor een motie van Marieke van der Werf (CDA) en Esmé Wiegman (CU) gestemd die de regering oproept onderzoek te doen naar meer mogelijkheden voor uitwisseling van zelf geproduceerde duurzame energie met het net. Ook VVD-kamerlid René Leegte stelde dat de "de discussie of de energievoorziening al dan niet decentraal wordt achter ons ligt". Discussie gesloten, tijd voor daden! Zorg dus dat voor iedereen dezelfde wettelijke regeling voor uitwisseling geldt.

Mensen verenigen zich en gaan de energievoorziening zelf regelen met lokaal beschikbare duurzame energiebronnen in buurten, op boerderijen en bedrijventerreinen. In de vrije energiemarkt verdienen deze initiatieven op zijn minst een eerlijk speelveld. De wettelijke regels zijn echter toegesneden op bestaande energiebedrijven en nieuwe kleine buurtbedrijven moeten aan dezelfde eisen voldoen als de grote. Dat klinkt logisch, maar is het niet. Zo moet ieder bedrijf leveren aan iedereen in Nederland die klant wil worden. Een onmogelijke eis voor een buurtbedrijf. Het is hoog tijd om de energiewetgeving te stoelen op de actualiteit, zodat ze coöperatieve lokale energiebedrijven niet tegenwerkt maar juist aanmoedigt om de markt op te gaan.

Het gebruik van zonnecellen op het eigen dak is goed geregeld voor een eengezinswoning gericht op het zuiden. Je sluit de zonnecellen aan achter de elektriciteitsmeter, het domein van de energiegebruiker, en mag de zelf opgewekte elektriciteit uitwisselen met het net. Voor zonnecellen die vóór de meter staan, het domein van de netbeheerder, is salderen uitgesloten. Jammer voor bewoners van een appartement in een woningcomplex met zonnecellen op het gemeenschappelijke dak. Uitwisseling is alleen toegestaan met extra kabels vanaf elke woning naar het dak. Gezamenlijke aansluiting op één punt is logischer, goedkoper en eenvoudiger. De netbedrijven kunnen met moderne meetapparatuur prima de uitgewisselde energie administratief over de bewoners verdelen.

De oplossing van het ministerie van EL&I - uitwisseling met de gemeenschappelijke meter van de Vereniging van Eigenaren - werkt alleen in complexen met koopappartementen met liften. Zonder lift is het gemeenschappelijk energiegebruik te laag. Huurders of bewoners van een zorgcomplex kunnen zelfs helemaal niet uitwisselen. En dat terwijl Aedes, de vereniging van woningcorporaties, juist plannen ontwikkelt om alle huurwoningen van zonnepanelen te voorzien. Adequate wetgeving kan toepassing van eigen zonnestroom voor alle woningcomplexen, zonder overbodige extra kabels, mogelijk maken.

Lokale duurzame energieproductie gaat verder dan zonnecellen op huizen en flats. Naast deze gebouwgebonden duurzame opwekking is het mogelijk om met wind, zon, biomassa en waterkracht energie in de buurt op te wekken. Is het niet logisch en rechtvaardig om dat ook als eigen opwekking te beschouwen? De aansluiting zit niet achter de eigen meter, maar de opwekking is wel degelijk voor eigen gebruik. De elektriciteit die opgewekt en vervolgens meteen verbruikt wordt, is vergelijkbaar met stroom die achter de meter is ingevoed. Daar zou de overheid geen belasting voor moeten innen. Dat gebeurt toch ook niet met appels van de eigen appelboom in een boomgaard. Natuurlijk is het redelijk om te betalen voor het gebruik van het openbare net voor het transport naar huis. En elektriciteit die niet meteen gebruikt wordt? Die gaat de elektriciteitsmarkt op en wordt als alle andere groene stroom verhandeld. Slimme meters kunnen het onderscheid tussen stroom voor eigen gebruik en voor de markt prima registreren.

We realiseren ons dat verandering van wet- en regelgeving niet eenvoudig is. We hebben daarom, samen met anderen, mogelijke oplossingen gepresenteerd als bijdrage aan het onderzoek dat de Tweede Kamer aan de minister heeft gevraagd (zie www.zelflevering.nl). Onze benadering is innovatief, maakt gebruik van slimme netten, en vraagt om een nieuwe rolverdeling in energieland. Als belangrijkste elementen stellen we voor om salderen voor gebouwgebonden opwekking wettelijk te regelen en te experimenteren met duurzame opwekking in de buurt. Dan kunnen we zien hoe dit financieel uitpakt en hoe het tot een eenvoudige en verantwoorde uitvoering kan leiden. De Tweede Kamer heeft met een amendement op de elektriciteitswet deze experimenteerruimte geboden.

De regering decentraliseert veel beleid. De samenleving pakt die handschoen op met bruisende decentrale energie-initiatieven, die lokaal veel werkgelegenheid kunnen opleveren. Wij roepen de regering op hier - juridisch en fiscaal - volop ruimte aan te geven. De Tweede Kamer heeft het pad geëffend, nu komt het aan op daden van de regering.

Thijs de la Court
wethouder te Lochem, vice-voorzitter Klimaatverbond Nederland, bestuurslid van de brancheorganisatie e-Decentraal
Teun Bokhoven
voorzitter van de Duurzame Energie Koepel