Het duurzaam gerenoveerde en deels vernieuwbouwde Alkwin Kollege vormde het decor van een inspirerend debat over renovatie, nieuwbouw, duurzaamheid en de kracht van een goede leeromgeving aan de hand van vier stellingen. Lees hier een deel van het gesprek over duurzame renovatie van schoolgebouwen.

Jan-Willem: “Bouwen zit niet automatisch in de genen van de schoolleider die veel meer (met de organisatie van) het onderwijs bezig is. Je probeert leerlingen af te leveren als trotse burgers, die hun plek innemen.” “Maar dat is ook duurzaamheid”, reageert Marco van Zandwijk, “duurzaamheid gaat ook over de gemeenschap en de sociale inbedding.” Thomas Bögl: “Duurzaam bouwen is de core business van de bouwende partijen. De school hoeft er eigenlijk niets van te weten.” Philip Blaauw protesteert: “Je hebt als opdrachtgever je ambities en moet de marktpartijen uitdagen. Er is juist een enorme verwevenheid met de prestatie die je krijgt.” Fred Schopman vult aan: “Dat speelt vooral bij het binnenmilieu en het klimaat in de klas. De rest ligt nog verder weg. De gescheiden geldstromen spelen nog steeds parten.”
Marco: “De werkgever is verantwoordelijk voor een gezonde werkomgeving. Dat is ook onderdeel van de Green Deal Scholen. De opdrachtgever moet zich bewust zijn van wat een gezonde omgeving is. Vervolgens is het aan de markt om dat op een maximale manier in te vullen.”
Fred: “Uiteindelijk gaat het om geld. Den Haag kent een relatief hoge norm en veel gemeenten halen niet eens het bouwbesluit.” Barrel Ripper knikt:
“Gemeenten moeten zich bewust zijn van de duurzaamheidsambitie van scholen. We zien vaak een ambitie, die niet specifiek is uitgewerkt, bijvoorbeeld op het gebied van de EPC en de GPR. Ook wordt er door de gemeente vaak geen budget toegekend aan de gestelde duurzaamheidsambitie.”Marco herkent dat:
“Gemeenten en schoolbesturen moeten vanuit de inhoud praten en dan moet pas de vertaling plaats vinden naar de investering en de exploitatie.” Phillip voegt toe:
“Een oplossing is dat de school een hoge ambitie neerlegt en dan de oplossing aan de markt vraagt. Dan moet je dus niet op het programma en de laagste prijs selecteren. In die uitvraag kun je bijvoorbeeld een gedeeltelijke financiering meenemen, die je dan weer in de vorm van lease in de exploitatie vertaalt.” Ruud aarzelt:
“De opdrachtgever zit in een traditionele omgeving. We vragen hem wel heel andere verhouding met zijn omgeving aan te gaan.” Arie Aalberts reageert: “Maar aan de marktkant staan de partijen klaar. Door de lage rentes is er een enorme kans. De scholen kunnen nu stappen maken zonder dat de financiering een probleem hoeft te zijn. Die verdien je zo terug. “ Fred heeft het antwoord:
“De gemeente heeft een hekel aan een gedeelde investering door het schoolbestuur omdat de administratieve verwerking lastig is. We hebben in een gebouw zelf buiten de gemeente om in een WKO-installatie geïnvesteerd en hebben een eigen investeringsprogramma buiten de gemeente om.” Philip trekt zijn wenkbrauwen op:
“Dat vind ik bijzonder, omdat veel gemeenten enorme klimaat neutrale ambities hebben.” Fred schudt zijn hoofd: “De afdeling onderwijs werkt anders, die pakken dat niet op.” Barrel reageert: “Dat pleit toch wel voor (partiële) doordecentralisatie of het gemeentelijk budget goed afstemmen op gemeentelijk beleid.” Fred knikt: “Wanneer we dat bedrag 1 op 1 kunnen krijgen kan ik alle gebouwen eens in de 20 jaar renoveren en ook nog eens nieuw bouwen. Doordecentralisatie zou voor gemeenten en schoolbesturen veel opleveren en levert een langjarig duurzame vastgoedvisie op.”

Lees verder op https://issuu.com/schooldomein/docs/sd6-28