De Sociaal-Economische Raad (SER) pleitte 26 oktober in een briefadvies voor een nationaal energieakkoord voor duurzame groei. De SER wil in het opstellen van zo'n akkoord een actieve rol spelen door zijn "platformfunctie te benutten". Wat de raad betreft, zou het akkoord er uiterlijk zes maanden na het aantreden van een nieuw kabinet moeten liggen.

Demissionair minister Maxime Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) vroeg de SER begin juni om een advies te schrijven over energie en economie, meer specifiek over de kansen en bedreigingen die de SER ziet in het licht van klimaatverandering, stijgende energieprijzen, groeiende mondiale energievraag en toenemende mondiale concurrentie. Het advies dat de SER deze vrijdag openbaar maakte, is het antwoord op dat verzoek.

Het probleem dat de SER constateert zal weinigen onbekend in de oren klinken, namelijk "dat er te weinig continuïteit en samenhang in beleid is". "Onzekerheid is het gevolg voor nationaal, Europees en internationaal opererende bedrijven in Nederland", aldus de SER, en onzekerheid ondermijnt de bereidheid tot investeren. Gebrek aan continuïteit in het beleid komt volgens de SER voor een belangrijk deel door de aanwezigheid van "vele deelbelangen, die het gezamenlijke, overstijgende maatschappelijke belang in ons land tot nu toe steeds in de weg hebben gestaan".

De roep om consistent beleid, dat langer meegaat dan een kabinetsperiode, klinkt al langer en vanuit alle geledingen van de samenleving. Voor de verkiezingen beloofden de energiewoordvoerders van de verschillende politieke partijen al dat zij zich zouden inspannen voor een nationaal energieakkoord. Zo'n akkoord zou het langetermijnkader moeten vormen voor energiebeleid, en wat de SER betreft zou het akkoord gesteund moeten worden door de partijen in de SER (werkgevers- en nemersorganisaties), milieu-organisaties, energiebedrijven, netbeheerders, de bouwsector, woningcorporaties, de chemiesector, de cleantech-sector en de metaalindustrie. In het bijeenbrengen van die partijen ziet de SER een rol voor zichzelf weggelegd. Een nationaal akkoord heeft immers alleen kans van slagen als al de bovenstaande partijen zich er "met volle overgave aan verbinden en dit ook in de tijd volhouden", aldus de SER.

De grote vraag is dan natuurlijk: hoe moet dat akkoord er uit zien? Welke keuzes gemaakt moeten worden, zegt de SER vanzelfsprekend niet, maar wel geeft de raad een voorzet wat betreft de vorm die het akkoord zou moeten hebben. Om te beginnen mag het niet vrijblijvend zijn, vindt de SER. Wie zich er aan verbindt, doet dat vrijwillig, maar je eraan verbinden betekent wel dat je een langetermijnverbinding aangaat en je hebt te houden aan gemaakte afspraken, zo stelt de SER zich voor. In het akkoord moet dus geformuleerd worden wie welke rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft. Daarnaast moet het akkoord "instrumenten aanreiken die de gewenste gedragsveranderingen uitlokken [...] en voorstellen doen voor een eerlijke toerekening van kosten en baten".

Inhoudelijk moet een energieakkoord volgens de SER in ieder geval iets zeggen over welk bestaand beleid moet worden voortgezet. Daarnaast moet beleid worden gedifferentieerd naar schaalniveaus, namelijk nationaal beleid, Europees beleid en beleid dat gericht is op "precompetitieve innovatie". Onder nationaal beleid moet volgens de SER onder meer beleid geformuleerd worden voor energiebesparing in de gebouwde omgeving, decentrale energieopwekking, voldoende gekwalificeerd personeel en opleidingsfaciliteiten. Europees geörienteerd beleid gaat volgens de SER vooral de stroomproducenten aan, en voor die sector moeten in het akkoord afspraken staan over afstemming op de Noord-West-Europese markt en de versterking van het emissiehandelssysteem ETS.

Om de uitvoering van een nationaal langetermijnakkoord in goede banen te leiden, adviseert de SER bovendien aan het nieuwe kabinet om het beleid voor ondernemen, energie (inclusief energiebesparing), innovatie en klimaat (of in ieder geval het ETS) bij één minister onder te brengen. Deze specifieke wens staat ook hoog op het verlanglijstje bij veel energiebedrijven

Discussieert u 16 november ook mee over het toekomstige Energieakkoord voor duurzame groei?

Zie ook persbericht SER