Bij de impuls is ook geëxperimenteerd met mogelijkheden om bij aanbestedingen te werken met ‘interne CO2-beprijzing’. Dit betekent dat de klimaatimpact wordt uitgedrukt in geld. Dit fictieve bedrag wordt bij de prijs van een product of dienst opgeteld en daarna pas vergeleken met alternatieven. Zo kan een inkoper een product of dienst kiezen op basis van de combinatie kosten én impact op klimaat. Voor deze ‘schaduwprijs’ is bepaald wat een ton CO2 minimaal zou moeten kosten om de werkelijke milieukosten mee te kunnen laten wegen bij inkopen (700 euro/ton). Een voorzichtige conclusie is dat schaduwbeprijzing een krachtig middel kan zijn om de uitstoot van CO2 te verminderen via aanbestedingen. Voorwaarde is wel dat met de minimale prijs voor CO2 wordt gewerkt.