IMPLEMENTING SUSTAINABLE PUBLIC PROCUREMENT

De dissertatie van Jolien Grandia (2015) biedt inzicht in belangrijke stimulansen voor maatschappelijk verantwoord inkopen. De studie gaat diep in op de positie van inkopers, hun omgeving en analyseert wat voor inkopers belangrijke ondersteuning is om het duurzaam inkoopbeleid én uitvoering te versterken.

Interessant, maar natuurlijk pittig stuk. Het is een van de weinige documenten die vanuit de wereld van de inkopers (Grandia heeft daar veel onderzoek naar gedaan) echt kijkt naar wat de inkoper ruimte biedt om het MVI beleid te versterken. Eén van haar conclusies is dat ‘motivatie’ en ‘betrokkenheid’ van het grootste belang is, boven de andere thema’s als formalisering van beleid en de rol van opdrachtgevers: “Our fifth and final conclusion is that affective commitment to change does significantlyband fully mediate the relationship between fit with vision, ecological sustainability attitude and sustainable procurement. This means that affective commitment to change is the mechanism that connects fit with vision, ecological sustainability attitude with sustainable procurement behaviour. Thus, the more the procurers perceive a fit between the strategic vision of the organisation and the more positive their attitude is towards ecological sustainability issues, the more affectively committed the procurers will be to implement sustainable procurement, which subsequently causes more the procurers to show more sustainable procurement behaviour. Our finding that the more procurers perceive a match between the organisations strategic vision (endogenous institution) and the policy on sustainable procurement (exogenous institution) increases their commitment to change and their subsequent procurement behaviour thus supports Rolfstam’s theory (2012) that a match between endogenous and exogenous institutions is important for innovation in public procurement to occur. By ensuring that there is a match between the exogenous institution of the policy and the endogenous institution of the organisation strategic vision, public  organisations can influence and increase commitment to change and subsequent sustainable procurement behaviour”. (pg 127).

Om het in gewoon Nederlands proberen te zeggen: Ze concludeert dat affinitieit/motivatie voor duurzaam aanbesteden bij inkopers de dominante bepaler is voor succesvolle uitvoering. Maar ook dat de samenhang met de strategische visie van de organisatie (opdrachtgever) en beleid (dus het belangrijk maken van aanbesteding in die strategische visie) belangrijk is.

Dit is belangrijk in onze communicatiestrategie én in ons werk met de ‘beleidsdriehoek’. De urgentie van de thematiek, het belang van het gebruik van inkoopkracht, inzicht dus ook in de CO2-voetafdruk en de keuze daarin van heldere doelen, het inzichtelijk maken van rendement… dat zijn zaken die wezenlijk lijken. Maar het heeft ook impact op de steun om de prijs van CO2 echt door te laten werken. De prijs verbinden met ‘normatieve’ aspecten (tipping points, grenzen aan de groei) en daarmee als breekijzer in je inkoopsysteem gebruiken is dan belangrijk.

Grandia concludeert dan ook op pg 129: “Overall, we can conclude that it is not easy being green. It requires a great dose of affective commitment to change, and a positive attitude towards ecological sustainability from procurers. However, public organisations can make it easier to be green, by ensuring there is a fit between their strategic vision and their sustainable procurement policies, and allowing procurers to influence the procedures and thus increasing procedural justice. Thereby, making it easier for the organisation itself to be green too.”