Om te voldoen aan de afspraak met het Rijk over het mogelijk maken van windenergie op land hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Holland een (beperkt) aantal locaties voor windturbines aangewezen. Deze locaties bevinden zich met name in de Kop van Noord-Holland, West-Friesland en het Noordzeekanaalgebied. Gedeputeerde Staten hebben hiervoor op 2 december 2014 de gedeeltelijke herziening van de provinciale structuurvisie, de gewijzigde provinciale ruimtelijke verordening (PRV) en het gewijzigde beleidskader Wind op Land vastgesteld.
Gedeputeerde Duurzame Energie, Jaap Bond: “We hebben hiermee negentien locaties waar windturbines mogen staan. Om aan de afspraak met het Rijk te voldoen zullen we er uiteindelijk ongeveer acht daadwerkelijk moeten gebruiken.” De gedeeltelijke herziening van de structuurvisie, de MilieuEffectRapportage (plan-MER), de gewijzigde PRV en het gewijzigde beleidskader hebben van 26 september t/m 7 november 2014 ter inzage gelegen. In deze periode zijn 153 zienswijzen ingediend. De zienswijzen hebben geleid tot een aantal aanpassingen in de stukken. Gedeputeerde Ruimtelijke Ordening, Tjeerd Talsma: “De begrenzing van een aantal herstructureringsgebieden is gewijzigd en er is gekozen voor een minimum afstand van 500 meter tot woonhuizen, in plaats van de 300 meter die de wet voorschrijft.”
De provincie zet in op herstructurering, waarbij voor iedere nieuwe turbine twee verouderde turbines moeten verdwijnen. Mochten eigenaren hun bestaande windturbine willen vervangen dan wordt het toegestaan om beperkt af te wijken van as-hoogte en rotordiameter. Na vaststelling door Provinciale Staten (PS), naar verwachting op 15 december, kunnen initiatiefnemers hun voorgenomen plannen binnen één van de aangewezen locaties indienen bij de provincie. Vanaf 1 april 2015 kunnen definitieve aanvragen voor een omgevingsvergunning bij de provincie worden ingediend. Voordat een vergunning wordt verleend, wordt per locatie een gedetailleerd Milieueffectrapport opgesteld, dat zal meewegen in het afgeven van de vergunning.
Opgave van het Rijk
De provincie heeft de opgave om 685,5 MW Wind op land ruimtelijk mogelijk te maken. Dit doet zij door, naast het Windplan Wieringermeer in de gemeente Hollands Kroon, de resterende opgave-105,5 MW netto- onder strikte herstructureringsvoorwaarden mogelijk te maken. Uitgangspunt daarbij is onder andere dat voor elke nieuwe turbine twee verouderde turbines weggehaald worden en dat de windturbines worden geclusterd in lijnopstellingen van minimaal zes. Het vermogen mag daarbij toenemen. Gedeputeerde Staten hebben op 2 december 2014 aan Provinciale Staten tien gebieden, met daarin negentien locaties voorgesteld, waar windturbines in dergelijke lijnopstellingen mogen komen te staan. Om aan de opgave van 105,5 MW te voldoen, zullen op ongeveer acht van deze locaties daadwerkelijk windturbines geplaatst worden, uitgaande van 6 turbines van 3 MW. Zodra aan de afspraak met het Rijk is voldaan, zal de provincie Noord-Holland geen vergunningen meer afgeven voor nieuwe windturbines.
Begin april 2014 publiceerde de provincie een drietal conceptkaarten van Noord-Holland waarop is aangegeven waar windturbines in het kader van het herstructureringsprogramma mogelijk wel en niet geplaatst konden worden. Een groot deel van de provincie viel daarmee als zoeklocatie direct af. De overgebleven locaties zijn in de milieueffectrapportage (plan-MER) nader onderzocht en beoordeeld op onderwerpen zoals het effect van windturbines op de flora en fauna, het aantal woningen dat met geluid of slagschaduw te maken krijgt en het effect op toerisme of landbouw. Op basis van de plan-MER is gekeken naar locaties die op het gebied van leefomgeving, natuur en landschap het beste uit de bus komen.
Meer informatie over Wind op Land, waaronder alle relevante stukken, vindt u hier.