Energiebesparing wordt de standaard voor herstructering van woningbouw in stedelijke gebieden. De ambitie is energieneutrale woningen, blijkt uit het coalitieakkoord voor het nieuwe provinciaal bestuur in Limburg. Met een viertrapsraket wil de provincie toe naar een energietransitie. Het gaat dan om energiebesparing, energieopwekking, kleinschalige en haalbare energieopslag en een stabiel en innovatief netwerk voor duurzame energie en warmte.

Achterliggende reden is het - ook Europese - beleid om de afhankelijkheid van import van fossiele brandstoffen te verminderen. Toegroeien naar een energieneutrale provincie is dan ook het doel, schrijven de coalitiepartijen CDA, SP, VVD, D66 en PvdA.

Besparingspotentieel
Energiebesparing is het eerste middel om dat doel te bereiken. Volgens de provincie blijft momenteel 55 procent van het besparingspotentieel in de gebouwde omgeving onbenut. Behalve in woningen, waar ook structurele werkgelegenheid in de bouw om de hoek komt kijken, zijn er ook besparingsmogelijkheden in bedrijven en instellingen en bij de verlichting van wegen en fietspaden.

Bij energie opwekken wordt vooral gedacht aan zonne-energie, aardwarmte en windenergie waar de afspraak ligt voor 80 MW extra vermogen. Maar de ontwikkeling van (kleinschalige) waterkrachtcentrales in rivieren, beken en rioolstelsels biedt ook mogelijkheden, vindt het nieuwe provinciaal bestuur. Boringen naar schaliegas zijn in ieder geval uit den boze.

Innovaties
Naast besparing staat het benutten van restenergie en -warmte uit onder meer kassen en industriële complexen op het verlanglijstje. Verder denkt de provincie aan innovaties en toepassingen als energiewinning uit asfalt en de uitstoot van het wegverkeer. Energieopslag is eveneens een wens. Het Mijnwaterproject in Heerlen is daar een voorbeeld van. Maar ook koelhuizen kunnen energie bufferen.

Auteur: Ferry Heijbrock (Cobouw)

Mijnwaterproject Heerlen