Urgenda en negenhonderd mede-eisers wonnen op 24 juni de klimaatzaak en dwongen een stringenter klimaatbeleid af bij de Nederlandse Staat. De Haagse rechtbank heeft de eisers in het gelijk gesteld en de overheid moet nu meer en effectievere klimaatacties ondernemen om het aanzienlijke Nederlandse aandeel in de mondiale uitstoot te verminderen. Het is de eerste keer dat een rechter een Staat verplicht om maatregelen te nemen tegen klimaatverandering. Internationaal betekent deze uitspraak een steun in de rug voor alle klimaatzaken in andere landen.
"Goed dat de rechter de Staat terecht wijst, Nederland moet niet onderaan bungelen met duurzaamheid", laat Abdeluheb Choho, wethouder van Amsterdam en bestuurslid van Klimaatverbond Nederland, weten.
“Alle eisers zijn héél blij met deze uitspraak", zegt Urgenda-directeur Marjan Minnesma, die in 2013 met een team van advocaten en negenhonderd mede-eisers het initiatief nam tot deze rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden. "De uitspraak maakt heel duidelijk dat klimaatverandering een groot probleem is dat veel effectiever moet worden aangepakt en dat staten zich niet meer kunnen veroorloven onvoldoende te doen. Ze dienen hun burgers te beschermen. Als de politiek dat niet uit zichzelf doet, dan kan de rechter de burger te hulp schieten. De Staat is nu aan zet, de duurzame oplossingen liggen gelukkig voor het oprapen.”
Uitspraak betekent doorbraak
De Staat heeft de rechtsplicht haar burgers te beschermen en is daarom door de rechter gesommeerd om de maatregelen te nemen die nodig zijn. De rechter eist dat de Nederlandse overheid gaat doen wat ze zelf al noodzakelijk acht voor het voorkomen van gevaarlijke klimaatverandering. De rechter eist dat Nederland in 2020 minimaal 25% CO2-reductie realiseert (t.o.v. 1990) terwijl de huidige ambitie slechts 16% is en Nederland niet op koers ligt. Onhaalbaar of onbetaalbaar zijn klimaatmaatregelen niet. Denemarken en Duitsland reduceren al 40% voor 2020. In haar verweer stelde de Staat zelf dat zij nog volop ruimte voor emissiereducties ziet. De uitspraak van de rechter is een serieuze doorbraak, oordeelt Urgenda.
Internationaal rechtvaardig
Niet alleen Urgenda en mede-eisers hebben reikhalzend uitgekeken naar deze uitspraak, maar ook onderhandelaars van het Internationale Klimaatverdrag, burgers in landen die al een rechtszaak tegen hun Staat zijn begonnen (zoals in België) of in voorbereiding hebben (zoals in Noorwegen). “Miljoenen mensen die klimaatverandering nu al aan den lijve ondervinden, hopen dat wij, de mensen die voor de uitstoot verantwoordelijk zijn en daar de middelen voor hebben, nog tijdig zullen ingrijpen”, geeft Minnesma aan. “Die mensen kunnen nu met onze uitspraak in de hand hun eigen klimaatzaak starten.” Deze rechtszaken worden gesteund door de Oslo Principles, waarin staat dat staten de juridische plicht hebben om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.
Nederlandse uitstoot
Nederland kan niet in haar eentje het klimaatprobleem oplossen, maar zij kan wel haar deel doen. Nederland behoort historisch gezien tot de grootste uitstoters ter wereld, per hoofd van de bevolking. De wetenschap is heel helder: we moeten voorkomen dat de aarde met meer dan twee graden opwarmt. De wereld koerst nu af op opwarming met vier of zelfs zes graden Celcius, wat een onleefbare wereld gaat betekenen.