Hoe motiveer, enthousiasmeer en ondersteun ik als wethouder / politicus wijken en dorpen op het gebied van energiebesparing? Hoe betrek ik nog meer bewoners bij energiebesparing en maak ik van een klein clubje mensen een grote massa? Hoe ondersteun en begeleid ik bewonersinitiatieven en wat zijn daarbij de do's en dont's? Onder leiding van de moderators Nienke Trap en Paul Basset (beiden Klimaatverbond Nederland) bogen dertien deelnemers zich over deze vragen tijdens de workshop ‘Meer energiebesparing in het komende stookseizoen’, die op 17 september tijdens de ledendag van Klimaatverbond Nederland werd gehouden.
Eigen voordeel zien
Ronald van Meygaarden vertelde hoe hij in Geldermalsen mensen en bedrijven enthousiasmeert. Als kersverse wethouder had hij wellicht een voordeel, alhoewel bij zijn aantreden de stemming over windmolens bijvoorbeeld erg negatief was. Maar door zijn overtuiging ("geen energietransitie is voor mij echt geen optie") en door de dingen om te draaien ("wat kunnen jullie in gezamenlijkheid oplossen?") kon hij onverwachte partijen bij elkaar aan tafel krijgen en lijkt er nu toch een heel windmolenpark te komen. Juist ook door voor iedereen de voordelen in kaart te brengen. Dat was ook echt een kantelpunt: het moment dat iedereen zijn/haar eigen voordeel ging zien. Het grotere verhaal (energieneutraal worden bijvoorbeeld) komt later, dat staat niet voorop.
Geen grote verhalen…
Vanuit de ervaringen met de Energy Battle lichtte Nienke Trap toe dat het, voor het succes van een energiebesparingsactie, "cruciaal is dat de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft. En zowel bewoners als ambtenaren worden enthousiast als de wethouder ook meedoet. De Energy Battle werkt dan ook vanuit deze gedachte door met drie teams te ‘battlen’, waaronder een team van de gemeente zelf. Om mensen te enthousiasmeren om mee te doen aan de Energy Battle worden er geen ‘grote verhalen’ verteld, maar gaat het over wat jezelf kan doen: ontdek je eigen huis, ontdek je eigen gedrag. En maak dit inzichtelijk, dat helpt enorm." Dat niet alleen de voorbeeldfunctie van de gemeente belangrijk is, maar ook het sociale aspect een belangrijke rol speelt, bleek toen een directeur tijdens de Energy Battle een interview gaf in het interne magazine van de gemeente. Hij was er achter gekomen hoeveel stroom zijn elektrische (soms luxe) apparatuur verbruikte. Dit leverde weer veel positieve reacties op binnen de gemeente en daarbuiten.
…wel een stip op de horizon
Gerard Verweij, projectleider bij de gemeente Bussum, vertelde dat het wel bestuurlijke moed vraagt, omdat energiebesparing over meer gaat dan faciliteren. "Je moet ook een stip op de horizon durven zetten, dat heeft een aanzuigende werking op anderen. Zo kun je interessante partijen bij elkaar krijgen en verbindingen leggen. Misschien is dat je rol juist wel als bestuurder." Kim Kerckhofs, duurzaamheidsmedewerker bij de gemeente Nijmegen, vulde aan dat er bij bewoners ook veel zaken spelen die je als gemeente niet weet. "Maar je hebt bijvoorbeeld wel toegang tot informatiebronnen en als ambtenaar kun je ook dan verbindingen leggen."
Dat gaat overigens niet in alle gemeenten even goed, is de ervaring van anderen aan tafel. Bewoners vinden het vaak moeilijk ("het duurt soms maanden") om de juiste persoon binnen de gemeente te vinden. Wendy Ruwhof, wethouder in Renkum: "De rol van gemeenten is echt om zo snel en goed mogelijk aan te sluiten bij initiatieven. Het valt wel op dat bewoners warmer lopen voor moestuinprojecten dan voor energiebesparing. Verder sluiten lokale bedrijfjes maar mondjesmaat aan. En daar liggen toch kansen, want mensen willen ontzorgd worden."
Robuust én communicatiemomenten benutten
Over de vraag hoe je als gemeente kunt opschalen, wordt verschillend gedacht. Het wordt belangrijk gevonden om ook mensen die niet bezig zijn met energiebesparing te enthousiasmeren, bijvoorbeeld via oproepen in het wijkblaadje. Communicatiemomenten, zoals de Warme Truiendag, zijn daarvoor heel geschikt. Aan de andere kant willen gemeenten die al wat verder zijn soms liever een wat ‘robuuster’ beleid dan een eendaagse actie, zoals wethouder Ruwhof aangaf.
Leuke dingen met de kids
Verder komen er veel leuke tips in de workshop naar voren. Zoals "maak energiebesparing tastbaar en zichtbaar", "betrek je omgeving erbij" en "als je tegen de kids zegt dat je iets leuks gaat doen van het geld dat je bespaart, dan heb je de kids ook mee." Ook Buurkracht merkt dat mensen het prettig vinden om ontzorgd te worden. Buurkracht ondersteunt buurten die gezamenlijk energie willen besparen. Wat opvalt op het lokale niveau en door alle aanwezigen wordt gedeeld: de urgentie van energiebesparing wordt niet gevoeld. Niet bij aannemers, niet bij installateurs.
Tips uit de workshop
- nttDurf, zet een stip op de horizon
- nttNiet praten maar doen
- nttBestuurlijke moed
- nttWethouder, steek je nek uit
- nttAls beleidsmaker en politicus ben je ook bewoner: start een bewonersgroep
- nttNeem je ruimte om te doen (er moet iets gebeuren met z’n allen)
- nttSta in contact met ‘ambassadeurs’
- nttHou het vol
- nttKijk en leer van je eigen beweegredenen om iets (niet) te doen. Bewoners zijn niet anders. Jij bent ook een bewoner
- nttOrganiseer onverwachte bespaarders als ambassadeur
- nttBegin zelf en neem anderen mee