De hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer heeft in 2010 nieuwe records gebroken. De concentraties van koolstofdioxide, methaan en lachgas zijn sinds het begin van de industrialisatie niet eerder zo hoog geweest.
Dat concludeert de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) in het broeikasgasbulletin, een jaarlijkse publicatie over de wereldwijde waarnemingen en trends in broeikasgassen. De WMO is de overkoepelende internationale organisatie van de nationale meteorologische instituten en valt onder de vlag van de Verenigde Naties. De WMO is gevestigd in het Zwitserse Genève.
In het jaar 2010 bedroeg de waargenomen wereldgemiddelde concentratie van koolstofdioxide (CO2) in de lucht 389,0 ppm. De eenheid 'ppm' staat voor het aantal deeltjes CO2 per miljoen luchtdeeltjes ('parts per million'). De waargenomen toename van 2009 naar 2010 bedroeg 2.3 ppm. Dit is iets meer dan de gemiddelde jaarlijkse toename in de laatste tien jaar en beduidend meer dan de gemiddelde toename met 1.5 ppm per jaar gedurende de jaren negentig van de vorige eeuw. Ook de wereldgemiddelde concentratie van methaan (CH4) is in 2010 opnieuw toegenomen. De toename in methaan bedroeg 5 ppb ten opzichte van 2009 en de wereldgemiddelde methaanconcentratie is nu 1808 ppb. De eenheid 'ppb' staat voor het aantal deeltjes CH4 per miljard luchtdeeltjes ('parts per billion'). De wereldgemiddelde concentratie van lachgas (N2O) is in 2010 meer toegenomen dan gemiddeld over de laatste tien jaar. De wereldgemiddelde concentratie van lachgas bedroeg 323.2 ppb. Tenslotte rapporteert de WMO over enkele minder bekende broeikasgassen, de F-gassen. Sommige van deze gassen spelen een rol in de afbraak van de ozonlaag. De maatregelen die genomen zijn ter bescherming van de ozonlaag zorgen ervoor dat de concentraties van de belangrijkste F-gassen (de CFK's) langzaam afnemen. De WMO rapporteert dat deze afname in 2010 is voortgezet. Enkele van de F-gassen die als vervanger van CFK's worden gebruikt en ook een broeikaseffect hebben nemen gelijktijdig toe.
Dagelijks worden wereldwijd door wetenschappers waarnemingen gedaan van de samenstelling van de lucht. Deze waarnemingen worden op de meest uiteenlopende meetlocaties gedaan, in meer dan 50 landen en in het algemeen op flinke afstand van de bronnen zelf. Het netwerk van de WMO omvat bijvoorbeeld meetstations hoog in het Andesgebergte en de Himalaya, maar ook in Alaska en op eilanden in de Stille en Atlantische Oceaan. Zo zijn de waarnemingen representatief voor de wereldgemiddelde concentraties. Alle waarnemingen worden verzameld bij de WMO. Het KNMI houdt zelf ook de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer in de gaten. Behalve de WMO meetstations gebruiken we daar satellietinstrumenten zoals SCIAMACHY en TROPOMI voor, die de ruimtelijke variatie in de hoeveelheid methaan wereldwijd in kaart brengen. Zo kunnen de door de WMO gerapporteerde trends worden verbonden met waargenomen veranderingen in lokale bronnen van methaan.
Meer diepgang in Kenniscentrum
http://www.knmi.nl/cms/content/102452/wmo_broeikasgasbulletin_2011 (Bron: KNMI)