Biodiversiteit is essentieel voor onze economie, gezondheid en levenskwaliteit en daarmee de basis van een duurzame samenleving. Het is breed bekend dat die biodiversiteit enorm onder druk staat. En daarbij gaat het niet alleen om natuurgebieden en het agrarisch gebied. Ook in onze directe woonomgeving is biodiversiteit van belang en staat deze onder druk. In onze wijken, onze tuinen, maar ook in en aan onze woningen. Vleermuizen slapen in spouwen, mussen broeden onder de dakpannen, zwaluwen vinden nestruimte onder dakranden. Momenteel gaat deze biodiversiteit – en daarmee de ecosysteemdiensten die ze levert – hard achteruit. Bovendien verergert het verlies aan biodiversiteit de impact van klimaatverandering. Dit is een constante wisselwerking. Hoe groter de diversiteit van de natuur, hoe robuuster en meer bestand ze is tegen de impact van klimaatverandering. Het is een samenhang die voelbaar is van de mondiale tot aan de lokale schaal.

Voldoende reden om hard aan de slag te gaan met zowel klimaat- als biodiversiteitsbeleid. Niet alleen op hoog abstractieniveau, maar juist ook in de praktische uitvoering. Niet alleen in onze agrarische- en natuurgebieden maar ook in stad en dorp. Momenteel staan we aan het begin van een grote opgave in onze gebouwde omgeving, de warmtetransitie. Een onderdeel om onze totale uitstoot van CO₂ te verminderen. Tijdens de uitvoering van deze opgave krijgen gemeenten en uitvoerders te maken met de Wet natuurbescherming, die bedoeld is om kwetsbare soorten te beschermen. Belangrijk, maar ze kan daarmee ook een rem op de verduurzaming van woningen en wijken zijn. Het liefst draaien wij hem echter om. Deze opgave geeft ons juist de kans om ook iets aan de biodiversiteit in onze leefomgeving te doen

Klimaatverbond Nederland deed een eerste verkenning naar de invloed van biodiversiteit op de verduurzaming van onze wijken. Doel van deze verkenning was om beter te begrijpen wat voor invloed biodiversiteit heeft op de warmtetransitie. We vroegen ons af wat de impact ervan is, in hoeverre er al rekening mee wordt gehouden, wat de struikelblokken zijn en hoe biodiversiteit en klimaat een plaats kunnen krijgen in deze opgave. De opgedane kennis zetten we in bij de ondersteuning van gemeenten, provincies, omgevingsdiensten en maatschappelijke organisaties die aan de slag zijn of gaan met deze belangrijke opgave.

Tijdens de verkenning analyseerden we een selectie warmtetransitievisies en voerden we gesprekken met ambtenaren en maatschappelijke organisaties. Hier vielen een aantal zaken op. We concludeerden dat het bij veel gemeenten en organisaties ontbreekt aan kennis en ideeën over hoe het beste om kan worden gegaan met biodiversiteit in de warmtetransitie. Dit geldt voor bewoners, overheden en bedrijven. Er is nog veel onduidelijk over de precieze invloed van biodiversiteit en regelgeving op lokale (warmte)transitieplannen en wie vervolgens de regie op zich moet nemen.

Gelukkig zijn er diverse provincies, gemeenten en andere organisaties sinds een aantal jaar hard bezig om te zorgen dat biodiversiteit en de warmtetransitie wel samen op kunnen gaan. Deze kennis is een goed begin, maar nog niet genoeg en bovendien behoorlijk gefragmenteerd. Het is nu tijd om op zoek te gaan naar een manier om deze kennis te bundelen en te werken richting structurele oplossingen, zodat de biodiversiteit versterkt wordt en de warmtetransitie niet vastloopt.

De volgende stap is om met onze partners uit te zoeken hoe wij organisaties kunnen ondersteunen in dit complexe vraagstuk. Mocht je nu al vragen hebben na aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met Ethan Voerman, inhoudelijk medewerker woon- en leefomgeving, Klimaatverbond Nederland (ethan.voerman@klimaatverbond.nl).

Klik op de afbeelding voor het volledige rapport.