Alleen met stevige nieuwe maatregelen zal de uitstoot van broeikasgassen genoeg afnemen om de opwarming van de aarde te beperken tot 2°C. Dit betekent een overgang naar een klimaatneutrale wereldeconomie, op basis van een grootschalige herziening van de energievoorziening. Hierbij spelen energiebesparing, inzet van klimaatneutrale energiebronnen en CO2-opslag een belangrijke rol. Het kan daarnaast nodig zijn om CO2 uit de lucht te halen via herbebossing en gebruik van biobrandstoffen gekoppeld aan CO2-opslag. Dit staat in het meest recente rapport van het IPCC dat 13 april is uitgekomen.
Uitstoot broeikasgassen blijft stijgen
Ondanks al genomen maatregelen om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen te beperken (mitigatie), steeg de uitstoot de afgelopen tien jaar sneller dan ooit. In 2010 bedroeg de uitstoot van alle broeikasgassen opgeteld 50 miljard ton CO2-equivalenten. De versnelde toename komt met name door de groei van de welvaart. Wereldwijd is de uitstoot door energieproductie, transport, industrie, gebouwde omgeving en landbouw sterk gegroeid en de verwachting is dat deze groei zal aanhouden. De energieproductie levert de grootste bijdrage aan de uitstoot (met 35%). Zonder stevige nieuwe maatregelen dreigt de temperatuur aan het eind van deze eeuw 3 à 5°C hoger te worden dan het pre-industriële niveau. Inmiddels is de wereldwijde temperatuur al 0,85°C gestegen.
Sterke daling uitstoot broeikasgassen nodig voor halen tweegradendoel
Landen streven er internationaal naar de broeikasgasuitstoot sterk te beperken, om zo de aarde niet verder op te warmen dan 2°C, of misschien zelfs minder. Een 2°C-route houdt in dat in 2030 de uitstoot wereldwijd ongeveer op of onder het niveau van 2010 ligt. Na 2030 daalt de uitstoot dan met 3 tot 5% per jaar, tot de mondiale uitstoot in 2050 rond de helft (40 tot 70%) is ten opzichte van 2010. Op nog langere termijn gaat de uitstoot naar nul of wordt er zelfs CO2 uit de atmosfeer gehaald.
Grootschalige herziening energievoorziening
Het is mogelijk de uitstoot van broeikasgassen zo ver terug te dringen, maar alleen met een transitie naar een klimaatneutrale economie. Dit betekent een grote technologische en economische uitdaging voor alle sectoren; van burgers vergt dit anders consumeren. Voor overheden is het een uitdaging om onzekerheid over toekomstig beleid zo klein mogelijk te maken. In de tweede helft van deze eeuw zouden fossiele brandstoffen geheel door koolstofneutrale of koolstofarme energiebronnen vervangen moeten worden. Afvang en opslag van CO2 kan hierbij een belangrijke rol spelen. Daarnaast kan het ook nodig zijn om na 2050 koolstof uit de atmosfeer te halen door middel van herbebossing en de combinatie van bioenergie en CO2-opslag.
Mitigatie vermindert klimaatrisico’s en heeft ook andere baten
De risico’s van klimaatverandering kunnen in hoge mate worden beperkt door mitigatie. Dit is het tegengaan van klimaatverandering door de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen of broeikasgassen uit de atmosfeer te halen. Zo leidt mitigatie tot minder extreem weer en minder luchtvervuiling, wat weer kan zorgen voor een gezondere leefomgeving en een extra verlaging van broeikasgassen, vooral in de stedelijke omgeving. Er zullen dan minder aanpassingsmaatregelen nodig zijn.
Internationale aanpak nodig
Klimaatbeleid vraagt om een internationale aanpak. Een goede afstemming tussen bestaande en toekomstige internationale, nationale en lokale maatregelen geeft daarbij een beter resultaat. Nederland heeft baat bij een ambitieus Europees beleid, om te zorgen voor een gelijk economisch speelveld. De getallen in het IPCC-rapport over het tweegradendoel leveren onderbouwing voor een vermindering van de uitstoot in Europa met minstens 40% in 2030. De samenwerking binnen Nederland in het kader van het Energieakkoord kan worden gebruikt om de in Europees verband af te spreken langere termijn maatregelen gezamenlijk uit te gaan voeren.
Derde deel IPCC-rapport vastgesteld in Berlijn
Deze week heeft het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het derde deel van het nieuwe vierdelige klimaatrapport uitgebracht. Sinds 1990 brengt het IPCC elke vijf tot zeven jaar een rapport uit met de nieuwste bevindingen op het gebied van klimaatverandering. Dit is het vijfde assessment. Met zijn rapporten verzorgt het IPCC de wetenschappelijke basis voor klimaatonderhandelingen in VN-kader. Dit derde deel van het rapport staat in het teken van mitigatie: het beschrijft de trends in de uitstoot van broeikasgassen, de scenario’s voor de komende jaren en de opties voor mitigatie. De eerste twee delen van het rapport zijn in september 2013 en in maart van dit jaar uitgekomen. Hierin zijn de natuurwetenschappelijke basis en de effecten van klimaatverandering op mens en natuur en de mogelijkheden ons daar tegen te verweren reeds aan bod gekomen. Het laatste deel van het rapport, het samenvattende deel, zal op 1 november verschijnen.
Bijdrage van Nederland
Nederland heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan dit IPCC-rapport. Acht Nederlanders waren betrokken als hoofdauteur, waarvan één (Reyer Gerlagh, Universiteit Tilburg) als coördinerend hoofdauteur. Onder de hoofdauteurs bevonden zich drie onderzoekers van Planbureau Leefomgeving (Detlef van Vuuren, en Michel den Elzen en Jos Olivier). Drie Nederlanders waren co-auteur van de samenvatting voor beleidsmakers: Reyer Gerlagh (Universiteit Tilburg), Detlef van Vuuren (PBL) en Michiel Schaeffer (Climate Analytics).
Downloadhierde belangrijkste conlusies.
Bron: PBL