Op 18 november verscheen het Special Report on Managing the Risks of Extreme Events and Disasters to Advance Climate Change Adaptation van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).
In de nacht van donderdag 17 op vrijdag 18 november klonk om 2.30 uur de laatste hamerslag in Kampala: de beleidssamenvatting van het speciale IPCC-rapport over klimaatextremen en adaptatie was goedgekeurd door het klimaatpanel. Na 4 lange en slopende dagen. Hiermee is een unicum voor het IPCC een feit: voor het eerst is er een geïntegreerd rapport gemaakt door de werkgroepen I (fysische klimaatverandering) en II (adaptatie en kwetsbaarheden).
ntWat is het belangrijkste nieuws uit dit rapport?
- nttEr is meer regionaal inzicht in de relatie tussen klimaatextremen, de risico's en de onzekerheden.
- nttVanaf 1950 is het aantal weersextremen toegenomen, hoewel er grote regionale verschillen zijn en sommige typen extremen mogelijk zijn afgenomen.
- nttZelfs zonder klimaatverandering nemen de risico's voor extremen toe omdat er meer mensen worden blootgesteld aan weersextremen.
- nttVoor de komende 20 tot 30 jaar is de verwachte toename van extremen klein ten opzichte van de natuurlijke variabiliteit.
- nttHet uitstellen van het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen leidt waarschijnlijk tot een toename van klimaatextremen in deze eeuw, waardoor ze een steeds belangrijkere factor worden in de verhoging van het risico voor extreem weer. Hoe meer extremen, hoe lager de voorspelbaarheid.
- nttDe belangrijkste factoren bij rampen zijn blootstelling (leven op plaatsen waar het klimaat veel extremen heeft) en kwetsbaarheid (bijvoorbeeld armen, zieken, laag-opgeleiden).
- nttDe temperatuurstijging en daarbij behorende hittegolven leveren vooral problemen op in verstedelijkte gebieden.
- nttDe belangrijkste bijdragen aan het verlagen van risico's door extreem weer zijn: betere levensomstandigheden, goede infrastructuur, opleiding, informatie, welvaartsgroei, goed bestuur, rampenplannen en goede organisatie om die plannen uit te voeren.
Lees verder (bron: KNMI)