Onderzoek Klimaatverbond Nederland leidt tot invoering CO2-prijs
In 2022 werd Klimaatverbond Nederland gevraagd om de provincie Utrecht te adviseren over de hoogte van een eerlijke CO2-prijs. Met deze eerlijke CO2-prijs maakt de provincie de kosten van de CO2-uitstoot zichtbaar in haar maatschappelijke kosten-batenanalyses, die worden toegepast bij beslissingen over grote investeringen. Met de berekende prijs van minimaal 875 euro per ton CO2 legt de provincie de lat hoog en daagt ze medeoverheden en marktpartijen uit haar voorbeeld te volgen. “Deze CO2-beprijzing is een belangrijk signaal om bij te dragen aan het beperken van klimaatverandering”, stelt gedeputeerde Huib van Essen van Energietransitie en Klimaat.
Moedige én noodzakelijke keuze om klimaatdoelen te halen
Klimaatverbond Nederland is blij dat de resultaten van haar onderzoek hebben geleid tot deze keuze van de provincie Utrecht. “Sturen op duurzame keuzes in beleid, investeringen en aanbestedingen is in het licht van de klimaatopgave onontkoombaar. CO2-beprijzing is dan een goed instrument om in te zetten. Als een CO2-prijs onderdeel wordt van de totaalprijs – en dat kan op verschillende manieren – wegen we de impact op het klimaat mee in onze besluiten. Dit maakt het voeren van maatschappelijk verantwoord beleid gemakkelijker en laagdrempeliger”, zegt Petra Lettink, directeur van Klimaatverbond Nederland.
Ze vervolgt: “De keuze van Provincie Utrecht om te gaan werken met een CO2-prijs is niet alleen moedig en ambitieus; het gaat de provincie ook helpen om de gestelde klimaatdoelen te halen.”
Meer overheden bewegen om CO2-beprijzing toe te passen
Klimaatverbond Nederland blijft zich samen met provincie Utrecht inzetten om ook andere decentrale overheden te bewegen om CO2-beprijzing toe te passen in hun (inkoop)beleid. Gemeenten, provincies en waterschappen die interesse hebben in CO2-beprijzing kunnen contact opnemen met Dieuwertje Walch van Klimaatverbond Nederland: dieuwertje.walch@klimaatverbond.nl
2-beprijzing" width="1024" height="683" />
Foto: Paul Oor via Pexels.