3 Maart jl. was de Lokale Energie Etalage te gast op een regiobijeenkomst van Klimaatverbond Nederland ‘In Parijs is het Klimaatakkoord is getekend, hoe nu verder als lokale overheden?’. In het duurzame Drijvend Paviljoen in de Rotterdamse haven zochten we met behulp van de data uit de Lokale Energie Etalage met twaalf gemeenten naar oplossingen voor diverse energievraagstukken.
Twee groepen dachten na over mogelijkheden om voor 2020 10% van de woningen nul-op-de-meter te realiseren. Hiervoor gebruikten ze de huidige energiegegevens van de deelnemende gemeenten en namen ze in hun overwegningen mee wat de gemeenten al doen op energiegebied (www.lokaleenergieetalage.nl). Voor een rurale gemeente werden grootschalige oplossingen genoemd als een warmterotonde, gebruik van industriële restwarmte (uit kassen) en geothermie. Voor een urbane gemeente werd meer gedacht aan experimenten met een energieprijs afhankelijk van de afname: hoe minder je gebruikt, hoe minder je betaalt. Diverse personen twijfelden echter sterk of nul-op-de-meter-woningen wel de oplossing zijn. “Met isolatie en andere warmtevoorzieningen de warmtevraag in alle woningen aanpakken zet meer zoden aan de dijk.” Een gedeelde mening was: "Een oplossing, waar ook de netbeheerders bij gebaat zouden zijn is normering, bijvoorbeeld het verbieden van HR-ketels en in plaats daarvan hybride warmtepompen installeren. Dat geeft diverse partijen nog 15 jaar om met goede oplossingen te komen voor de energiepieken."
De doelstelling waar de andere groep over nadacht was: 20% van de energie die de gemeente gebruikt wordt lokaal en duurzaam opgewekt. Uit de Lokale Energie Etalage blijkt dat dat voor de betreffende gemeente nu nog maar 1% is. Uiteraard werden onder andere windmolens en zonnepanelen(velden) genoemd als bijdrage aan de opwek van deze lokale, hernieuwbare energie.