In reactie op de uitwerking van de korting op de Energiebelasting stuurden het Klimaatverbond, de VNG en e-Decentraal een kritische brief naar de Tweede Kamer. Naar de mening van deze drie partijen is de wijze waarop de regeling op dit moment is uitgewerkt in het Belastingplan 2014 slechts een smalle interpretatie van de geest van het Energieakkoord. In de brief roepen het Klimaatverbond, de VNG en e-Decentraal de minister dan ook op om de opwekking van decentrale energie zo ruimhartig mogelijk vorm te geven bij de uitwerking van het Energieakkoord.

Onderstaand de volledige tekst van de brief die het Klimaatverbond, VNG en e-Decentraal naar de Tweede Kamer stuurden:

Geachte Kamerleden,

In september van dit jaar hebben wij het Energieakkoord vanuit volle overtuiging ondertekend. Eén van de pijlers van het Energieakkoord is de decentrale duurzame energieopwekking. Voor de decentrale duurzame energie is een belangrijk onderdeel uit het Energieakkoord de korting op de energiebelasting. Het is een belangrijke eerste stap op weg naar ruim baan voor meer decentraal duurzaam. Een eerste stap, want voor de langere termijn bepleiten wij een fundamentele herziening van het belastingstelsel zodat de vervuiler (weer) betaalt.

De partijen die het Energieakkoord hebben getekend zijn het met elkaar eens dat moet worden gestreefd naar een zo eenvoudig en efficiënt mogelijke uitvoering van de kortingsregeling zodat het lokale energiecoöperaties en VvE’s kansen biedt. Wij waren dan ook verheugd dat de kortingsregeling in het Belastingplan 2014 is opgenomen, en hechten grote waarde aan de start van de regeling per 1-1-2014. In het Energieakkoord hebben wij om die reden ook ingestemd met een gefaseerde invoering: per 2014 voor particuliere kleinverbruikers en pas voor zakelijke kleinverbruikers zodra onderzoek heeft uitgewezen dat de Europese Commissie dit niet aanmerkt als ongeoorloofde staatssteun.

De wijze waarop de regeling nu is uitgewerkt in het Belastingplan 2014 is een smalle interpretatie van het Energieakkoord. Dat is niet in de geest van het Energieakkoord en niet conform de Motie Vos (30196, nr. 213) waarin de Tweede Kamer de minister juist oproept om bij de uitwerking van het energieakkoord de opwekking van decentrale energie zo ruimhartig mogelijk vorm te geven. Wij bepleiten dan ook dat het aangekondigde onderzoek naar een verbreding van de regeling naar zakelijke kleinverbruikers en huurders wordt uitgebreid met een ex ante evaluatie en een onderzoek om de regeling in de tweede fase te vereenvoudigen en te verbreden. Dit kan onderdeel zijn van de SER-commissie Borging Energieakkoord.

In het Belastingplan 2014 is een reeks van beperkingen opgenomen, in de bijlage hebben we deze toegelicht. Los van de discussies over het nut en de noodzaak van de individuele beperkingen constateren wij dat er niet bepaald een eenvoudige en ruimhartige regeling ontstaat. Met als belangrijkste effect dat elk van de beperkingen fungeert als zeef voor de vele initiatieven die er in de markt zijn. De stapeling van beperkingen fungeert als
stapeling van zeven waar nauwelijks meer iets doorheen kan komen. In de bijlage hebben wij aangegeven waar we mogelijkheden zien voor het eenvoudiger en
ruimhartiger maken van de beperkingen.

Wij kunnen in dit stadium nog niet inschatten hoe de regeling uiteindelijk gaat werken omdat er naast de stapeling van beperkingen nog twee open einden zijn:
de in het belastingplan aangekondigde uitvoeringsregeling aansluiting van collectieve opwekinstallaties op het elektriciteitsnet geregeld gaat worden. Over de uitvoeringsregeling is nog onvoldoende informatie bekend om een oordeel te vellen, het moet natuurlijk de regeling niet verder gaan compliceren. Voor de aansluiting op het elektriciteitsnet hebben wij zorgen over de kosten. De productieaansluiting di ehiervoor nodig is, bestaat niet in de wet- en regelgeving en/of tarievenstructuur. Hier is een op maat gesneden oplossing nodig. tegen reële kosten.

Uiteraard zijn wij graag bereid één en ander nader toe te lichten,


Hoogachtend,
Namens e-Decentraal

Ir. J. H. van der Vlist (voorzitter)

Namens de VNG

drs. C.J.G.M. de Vet (Lid directieraad)

Namens Klimaatverbond

R.J. Linnekamp (voorzitter)

Bijlage met extra informatie: regeling korting Energiebelasting voor collectieve opwek
Deze bijlage gaat in op artikel XXIII van het Belastingplan 2014, waar de korting op
de Energiebelasting voor energie-coöperaties is geregeld.

· Investeringszekerheid
Voor het kunnen realiseren van projecten is lange termijn zekerheid nodig.
De in de toelichting op het Belastingplan aangekondigde overgangsregeling
biedt die zekerheid als het onderdeel van wet wordt en specifieker
geformuleerd wordt, zodat volstrekt helder is dat bestaande gebruikers de
zekerheid hebben dat als de regeling wordt gewijzigd dit geen nadelige
financiële consequenties heeft voor bestaande projecten, gedurende de
resterende looptijd van die projecten. De schriftelijke antwoorden van de
Minister op de vragen uit de Kamer geven geen concrete invulling aan de
langetermijnzekerheid.

· Eigendom opwekinstallatie
De productie-installatie moet juridisch en economisch eigendom zijn van de
coöperatie. Dat is onnodig beperkend. Het gaat erom dat de leden van de
coöperatie zeggenschap hebben over de installatie. Het is bij een coöperatie
gebruikelijk om een investering als hier bedoeld in een aparte rechtspersoon
onder te brengen, waarvan de aandelen/zeggenschap in handen is van de
coöperatie. Vaak eisen coöperatieleden en andere financiers juist een
dergelijke constructie. Door nu te eisen dat de coöperatie juridisch en
economisch eigenaar moet zijn wordt de coöperatie onnodig gehinderd om
een gebruikelijke manier van governance toe te passen. Het is voldoende als
de productie-installatie direct of indirect het juridisch en/of het economisch
eigendom is van de coöperatie. Zoals aangegeven in de nota naar aanleiding
van het verslag (33 752 Wijziging van enkele belastingwetten en enige
andere wetten (Belastingplan 2014)), sluit deze passage bovendien de voor
coöperaties aantrekkelijke lease- of huurconstructies uit en maakt deze
regeling enkel van toepassing voor kapitaalkrachtige burgers.

· Natuurlijke personen versus rechtspersonen
In het Energieakkoord is bepaald dat de regeling is bedoeld voor
kleinverbruikers. Het belastingplan perkt dit verder in tot uitsluitend
natuurlijke personen en staat niet toe dat rechtspersonen lid zijn van een
coöperatie of VvE. Dat benadeelt de coöperaties onnodig. Soms willen
bedrijven participeren. Bijvoorbeeld vanuit hun MVO-beleid, omdat zij
kansen in de toekomst zien of om de lokale economie te versterken. Dat
maakt de coöperaties sterker en er is geen reden bedrijven te verbieden om
zich aan te sluiten. Wel is het logisch hen uit te sluiten van de
belastingkorting totdat het aangekondigde onderzoek naar verbreding van
de regeling is afgerond.

· Postcoderoos
Met betrekking tot de geografische afbakening is in het Energieakkoord
afgesproken dat er gebruik gemaakt wordt van een ‘postcoderoos’, zijnde
een gebied “...waarbij de leden van de coöperaties/VvE’s en de installatie(s)
zich in een zogenaamde ‘postcoderoos’ (viercijferige postcode plus
aangrenzende postcodes) bevinden.” Natuurlijk verzetten we ons niet tegen
een afspraak uit het Energieakkoord. Er zijn ook veel projecten in
voorbereiding bij lokale initiatieven die passen binnen een postcoderoos. Een
verruiming van deze beperking zou nog meer initiatieven een kans bieden .

· Garanties van Oorsprong
In de Memorie van Toelichting (p11) van het Belastingplan is aangegeven
dat "De duurzaamheid en de plaats waar de elektriciteit is opgewekt moeten
worden aangetoond met garanties van oorsprong." Een extra controle met
een instrument dat niet is toegesneden op kleine projecten maar op de netto
productie van grote (SDE+) projecten en de administratieve last doet
toenemen.

· Ontbreken hardheidsclausule
Het is een nieuwe regeling waar nog ervaring mee moet worden opgedaan.
Voor een soepele uitvoering zou het een verbetering zijn als de minister de
bevoegdheid krijgt om af te wijken of ontheffing te verlenen voor bepalingen
(beperkingen) in deze fiscale regeling als een project tussen wal en schip
dreigt te raken.

· Huurders
In het Energieakkoord is een fasering voorzien: per 1 januari 2014 starten
met de regeling voor particuliere kleinverbruikers. Daarna kunnen ook
zakelijke kleinverbruikers er gebruik van gaan maken, als uit onderzoek
blijkt dat de Europese Commissie dit niet aanmerkt als ongeoorloofde
staatssteun. Wij onderschrijven deze fasering. Het is echter niet duidelijk
waarom huurders pas in de tweede fase aan bod komen, er is naar onze
mening geen reden hen niet nu al toe te laten. Hier kan immers geen sprake
zijn van ongeoorloofde staatssteun.