Recent publiceerden Nederlandse wetenschappers nieuwe inzichten over het risico dat de Atlantische oceaanstroming stilvalt. Deze 'transportband' in de oceaan, AMOC (Atlantische Meridionale Overturning Circulatie) genoemd, transporteert warm water vanuit het zuiden naar het noorden van de Atlantische oceaan. Valt deze stil, dan stokt de warmtetoevoer naar het noorden van de oceaan. Voor Noordwest-Europa kan dit drogere zomers en zeer koude winterextremen betekenen. Het onomkeerbare begin hiervan zou al vóór 2100 kunnen plaatsvinden. Dat is veel sneller dan tot nu toe werd gedacht.
Verandert dit de urgentie van hitteadaptatie? Niet echt. Het tegengaan van hittestress blijft belangrijk. Als de golfstroom stilvalt, gebeurt dit 'pas' richting het einde van de eeuw. Bovendien raakt het in Nederland vooral de temperatuur in de winter.
Om de nieuwe inzichten goed te begrijpen en vragen hierover juist te beantwoorden, geeft Peter Siegmund, klimaatexpert bij het KNMI, een toelichting.
Impact van klimaatverandering op AMOC
Door het warmere klimaat als gevolg van klimaatverandering neemt de noordelijke aanvoer van zout, zwaar water af. Als gevolg van een toename van neerslag en smeltend ijs is het minder koud en minder zout. Hierdoor wordt de aandrijving van de AMOC steeds zwakker. Natuurkundig gezien is dit een logische ontwikkeling waarover geen discussie is.
Er kan zelfs een kantelpunt bereikt worden, waarna het onvermijdelijk is dat de AMOC na ongeveer 100 jaar (wat geologische gezien kort is) volledig tot stilstand komt. Feit is wel dat metingen laten zien dat de golfstroom na jaren van afzwakking sinds 2012 vrij stabiel is. Maar fysisch gezien is een stilvalling mogelijk, in het verleden is dit al eens gebeurd.
De kans op het stilvallen van de golfstroom houdt verband met de CO2-toename. Hoe groter de CO2-toename, des te groter de kans dat dit gebeurt. Bij hoge CO2-uitstoot geeft 70 procent van de modellen een kantelpunt nog voor het einde van deze eeuw. Bij een lage CO2-uitstoot geeft 25 procent van de modellen dit aan.
Impact op het klimaat in Nederland
Als de AMOC stopt, ontstaan er twee tegengestelde effecten: opwarming omdat de aarde als geheel opwarmt, en afkoeling omdat de golfstroom afzwakt. Bij een hoge CO2-uitstoot is het netto-effect opwarming, bij een lage CO2-uitstoot wint de afkoelende werking van de golfstroom.
Het effect op het klimaat is het grootst in de winter (februari). Op de zomertemperatuur is het effect bescheiden, omdat de temperatuur dan grotendeels door de zon wordt bepaald. Daarbij komt dat bij een verzwakte golfstroom de kans op warme, droge oostenwind en droogte tijdens de zomer in Nederland toeneemt. Hoge temperaturen kunnen daardoor nog steeds vaak voorkomen.
Er is veel aandacht voor nieuw onderzoek over het risico om het stilvallen van de AMOC. Ten eerste omdat de gevolgen voor Nederland enorm zullen zijn, ten tweede omdat de inzichten uit Nederlands onderzoek naar voren kwamen. De komende jaren zullen de inzichten robuuster worden, bijvoorbeeld als onderdeel van het volgende IPCC-rapport (rond 2030).
Wat betekent dit voor het belang van hitteadaptatie?
Als de golfstroom stilvalt, zal dit niet voor eind van deze eeuw gebeuren. Bovendien heeft dit in Nederland vooral impact op de temperatuur in de winter. Het tegengaan van hittestress blijft voorlopig dus onverminderd belangrijk.