Bij medewerkers van provincies en regio’s ontbreekt het gevoel dat er over de grootte en urgentie van de klimaatopgave een gemeenschappelijk beeld bestaat, dit blijkt uit de enquête over de klimaataanpak die Klimaatverbond Nederland samen uitvoerde met NL2120, een tienjarig kennis- en innovatieprogramma.
19 personen reageerden op de enquête over de klimaataanpak. Hoewel de uitkomsten mogelijk niet volledig representatief zijn, leverde dit toch waardevolle inzichten op over hoe de klimaataanpak wordt beleefd.
Volgens de deelnemers zijn dit de grootste uitdagingen voor de toekomst:
- Het behouden van biodiversiteit (vaak genoemd)
- Voldoende beschikbaarheid van schoon water (vaak genoemd)
- Het opwekken van duurzame energie
- Water en bodem sturend laten zijn bij ruimtelijke keuzes
- Het verduurzamen van de industrie
Zoals ook in de inleiding werd benoemd, geven veel respondenten aan dat een belangrijk obstakel voor actie het ontbreken is van een gedeeld beeld over de omvang en urgentie van de klimaatopgave, zowel binnen als buiten de organisatie.
De motoren van verandering zijn lastig in beweging te krijgen
Meerdere respondenten verwachten dat een goede aanpak voor de energievoorziening, voldoende zoetwater en duurzame landbouw als hefboom kan dienen om ook op andere terreinen vooruitgang te boeken.
Tegelijkertijd geven veel deelnemers aan dat het lastig is om die ‘motoren van verandering’ echt in beweging te krijgen én te houden. Er is behoefte aan:
- Een integrale aanpak (alles hangt met elkaar samen)
- Langetermijndenken en -programmering
- Duidelijke regels, zoals het beprijzen van CO₂-uitstoot
Opvallend is dat de respondenten vooral vertrouwen hebben in gedragsverandering, natuurgebaseerde oplossingen en het centraal stellen van de biosfeer in beleid en besluitvorming. Een respondent verwoorde het mooi: “Wat gebeurt er als we een gezonde samenleving centraal stellen?”
Technische innovaties worden in mindere mate als de oplossing voor het klimaatprobleem gezien. Op de vraag wat volgens hen de grootste procesmatige risico’s zijn, wordt vaak genoemd dat het lastig is om het bestuur en collega’s mee te krijgen. Een onderliggende reden is dat de kosten voor onderhoud en beheer naar verwachting hoger zullen uitvallen.
Voorzichtige vooruitgang en relationele uitdagingen
Er worden voorzichtig stappen gezet richting verandering. Zo is klimaatadaptatie inmiddels een vast onderdeel geworden van veel projecten. Ook worden meer partijen betrokken bij ontwikkelingen, wat zorgt voor een gedeeld beeld en meer draagvlak voor verandering.
Toch lopen de respondenten op relationeel vlak tegen een aantal uitdagingen aan. Ze worstelen met:
- Onwil van sommige direct betrokkenen;
- Beperkte middelen om echt te sturen, bijvoorbeeld het ontbreken van wetgeving of handhaving om naast ‘wortels’ (beloningen) ook eens met een ‘stok’ te kunnen werken;
- Het overtuigen van management, bestuur en ketenpartners om mee te bewegen;
- De grote impact van een serieuze toepassing van maatregelen als water- en bodem sturend, een ander belastingstelsel of een klimaatrechtvaardige samenleving.
Tot slot gaven de respondenten aan geen vertrouwen te hebben in het idee van ‘groene groei’.
De vervolgstappen: samen werken aan gebiedsontwikkeling
Op een aantal onderwerpen werkt Klimaatverbond al samen met decentrale overheden, zoals het verminderen van hittestress en het stimuleren van lokale energievoorziening (lokale zelflevering). Daarnaast willen we meer gaan betekenen op andere thema’s, zoals gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied en het thema gezondheid en natuur(gebaseerde oplossingen). We zijn hierover in gesprek met NL2120 om dit verder te verkennen.
Tot het einde van dit jaar gebruiken we de tijd om een duidelijke aanpak voor te bereiden. Die stemmen we graag af met partners die hier interesse in hebben. Vanaf volgend jaar starten we met de uitvoering.
Onderstaande opmerking weerspiegelt goed wat meerdere respondenten hebben aangegeven. Het laat zien hoe duurzame ambities die in het begin van een plan nog sterk aanwezig zijn, gaandeweg steeds verder verwateren tijdens het proces.
“Wat betreft de ruimtelijke ontwikkelingen (veelal omtrent bouw van woningen): bij de adviesaanvraag worden standaard handvatten meegegeven voor duurzaamheid. Alleen zijn er naast landelijk beleid en de vastgesteld strategie Klimaatadaptatie geen 'stokken' om mee te slaan. Voor nu komt het neer op motiveren en stimuleren van de adviseur of ontwikkelaar.
In de openbare ruimte wordt getracht zoveel als mogelijk klimaatadaptieve maatregelen mee te nemen. Er zijn nog geen eisen op dit vlak. Vaak wordt aangegeven dat er geen geld is, en tegelijkertijd is er onvoldoende bewustzijn dat geld niet persé nodig is (oplossingsgericht) en is er te weinig zich op de baten voor de lange termijn.
Voor vergunningsverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn er geen of onvoldoende regels en wordt getoetst aan de 'standaard'. Wat betreft mitigerende maatregelen wordt in alle gevallen de standaard gevolgd.
Volgens mij is er weinig tot geen langetermijnvisie. Wel wordt er veel over gesproken.”
Over NL2120: 10 jaar onderzoek naar hoe natuur de basis kan zijn in toekomstkeuzes en oplossingen
NL2120 is een tienjarig programma (vanaf 2024) waarin wetenschap, bedrijfsleven, overheid, natuurorganisaties en onderwijs samenwerken aan een klimaatbestendige en natuurlijke inrichting van Nederland door het opschalen van Nature-based Solutions.