De sociale kant van klimaatadaptatie

2 juli 2025

De sociale impact van klimaatadaptatie

Wat gebeurt er met een gemeenschap als deze wordt getroffen door extreem weer als gevolg van klimaatverandering? Naast fysieke schade kan een klimaatgebeurtenis ook leiden tot verlies van vertrouwen in overheid en medemens, ontwrichting van gemeenschappen en toenemende sociale ongelijkheid. Kortom: klimaatadaptatie heeft een sociale dimensie die vaak onderbelicht blijft.

Op 22 mei publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het rapport “Mens en klimaat. De kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie”. Het rapport laat zien hoe cruciaal sterke sociale netwerken en publieke voorzieningen zijn voor het weerbaar maken van gemeenschappen.

  1. Annick de Vries en Victor Toom – Beiden mede-auteurs van het WRR-rapport ‘Mens en klimaat’. Zij delen de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen.
  2. Michelle ter Haar en Rosemarie van Ham van gemeente Rotterdam, en Karin de Nijs en Wander Engbers van gemeente Amsterdam, delen hun ervaringen met het in de praktijk brengen van de diverse aanbevelingen van de WRR in hun klimaatadaptatie aanpak en wat ze daarbij tegenkomen.
  3. Gespreksleider: Madeleen Helmer.

Dit webinar is georganiseerd door Samen Klimaatbestendig, in samenwerking met Klimaatverbond Nederland.  

De samenvatting van het webinar

Madeleen Helmer opent het webinar over de sociale kant van klimaatadaptatie. Ze benoemt de urgentie van het onderwerp: tijdens de bijeenkomst geldt in het zuiden van Nederland code oranje vanwege hitte. We worden in Nederland steeds meer geconfronteerd met extreme weersomstandigheden, zoals hittegolven, droogte en hevige regen. De aandacht in Nederland gaat traditioneel vooral uit naar fysieke adaptatiemaatregelen, maar in dit webinar gaat het om een vaak onderbelichte kant: de sociale weerbaarheid. Aanleiding is het rapport “Mens en Klimaat” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), dat eind mei verscheen. 

WRR-rapport “Mens en Klimaat”: een korte introductie 

Klimaatverandering is een sociaal vraagstuk
Annick de Vries en Victor Toom (WRR)

Het rapport ‘Mens en Klimaat’ stelt dat klimaatadaptatie meer is dan fysieke dijken en technische oplossingen: het vereist een robuuste sociale infrastructuur. Klimaatverandering raakt niet iedereen even hard. Sociale omstandigheden bepalen mede hoe mensen gevolgen ervaren en ermee omgaan. Het rapport beschrijft drie sociale factoren die hierin een rol spelen:
  1. Omgaan met onzekerheid
    De manier waarop mensen klimaatrisico’s inschatten en erop reageren, verschilt sterk. Sommigen overschatten risico’s en nemen buitensporige maatregelen. Anderen onderschatten de risico’s of rekenen op hulp van anderen. Factoren zoals eerdere ervaringen, vertrouwen in de overheid, en sociale context spelen een grote rol.

    Klimaatgebeurtenissen kunnen ook langdurige effecten hebben, zoals trauma of verlies van vertrouwen. Een belangrijke valkuil is “blikvernauwing”: te veel focus op één risico (zoals wateroverlast), waardoor andere dreigingen (zoals hitte) over het hoofd worden gezien.

  2. Sociale cohesie
    Mensen die goed verbonden zijn met hun omgeving zijn veerkrachtiger. Tijdens rampen kan dat letterlijk het verschil tussen leven en dood betekenen. Het voorbeeld van een hittegolf in Chicago (1995) toont hoe buurten met meer onderlinge verbondenheid minder slachtoffers kenden.

    Ook tijdelijke of blijvende ontwrichting van gemeenschappen – bijvoorbeeld door evacuaties of schade aan huizen – kan de cohesie aantasten. Tegelijk kan tegenslag ook verbinden, al is dat vaak tijdelijk. 

  3. Sociaaleconomische positie
    Arme mensen wonen doorgaans vaker in warmere buurten, in slechter geïsoleerde woningen, en hebben minder middelen om zich aan te passen of te beschermen. Ze zijn ook vaker minder goed geïnformeerd over risico’s en handelingsmogelijkheden. Gezondheidsproblemen en gebrek aan koeling versterken hun kwetsbaarheid. 

    Zelfs goedbedoelde maatregelen – zoals tropenroosters op scholen – kunnen onbedoeld ongelijkheid vergroten. Ook langdurige schade, zoals funderingsproblemen door droogte, raakt mensen zonder financiële buffer het hardst. 
  • Klimaatbestendigheid heeft naast een fysieke ook een sociale component: veronachtzaming van sociale factoren bij klimaatgebeurtenissen verzwakt sociale weerbaarheid; vertrouwen op techniek alleen vergroot kwetsbaarheid. 
  • Een klimaatbestendige samenleving is een samenleving waar mensen op elkaar kunnen rekenen, informatie kunnen vinden en over voldoende ‘doenvermogen’ beschikken. 
  • Overheidsbeleid moet breder kijken dan fysieke oplossingen, en investeren in sociale samenhang en weerbaarheid. 
  • Investeer in sociale infrastructuur: Om maatschappelijke veerkracht te versterken, is het cruciaal om te investeren in sociale infrastructuur: plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, waar informatie gedeeld wordt en waar men terecht kan in tijden van nood (zoals bibliotheken, buurtcentra, sportverenigingen). 
  • Benut de kracht van bestaande netwerken: Gebruik de sterke ‘Delta-community’ die zich bezighoudt met fysieke veiligheid ook voor sociale klimaatadaptatie. Betrek sociale professionals en experts. 
  • Zorg voor betere communicatie: Zorg dat ook groepen die minder makkelijk informatie vinden, bereikt worden met duidelijke en handelingsgerichte communicatie over risico’s en wat ze kunnen doen. 
  1. Project “De Redders van Dordt” 
    Kinderen in Dordrecht hebben een geheime missie: ze worden opgeleid om anderen te redden tijdens een overstroming. Dit vergroot hun kennis, betrokkenheid en onderlinge verbondenheid. Het laat zien hoe je via kinderen kan werken aan bewustzijn, cohesie en veerkracht.
  2. Project Maasterras in Dordrecht
    Het Maasterras is een nieuw wijkontwerp in Dordrecht op hoger gelegen grond, met voorzieningen voor mensen die die kwetsbaar zijn, bijvoorbeeld tijdens een overstroming van de lagere delen van Dordrecht.
  • Volgens Annick de Vries is er brede erkenning voor het belang van sociale veerkracht in klimaatadaptatie. Er is geen inhoudelijke tegenstand, maar wel vragen over de praktische invulling: Wat is sociale infrastructuur precies en hoe geef je die vorm?  Zowel de bijeenkomst met de Wetenschappelijke Klimaatraad als het SCP bevestigen dat dit perspectief aan belang wint. 

  • Versterking van sociale cohesie door vergroening?
    Madeleen Helmer refereert aan een hitte-symposium waar werd gesteld dat vergroening ook sociale cohesie kan versterken. Annick nuanceert dit: groen kan helpen, maar alleen als het aansluit bij de behoeften van de buurt. Een voetbalveld kan in sommige buurten de saamhorigheid juist versterken, maar in andere tot overlast leiden. Victor Toom voegt toe dat goed onderhoud essentieel is; anders kunnen groenvoorzieningen juist gevoelens van onveiligheid oproepen.
  • Kansen en beperkingen van sociale infrastructuur in de zomer 
    Er is zorg over het feit dat sociale ontmoetingsplekken zoals sportverenigingen en scholen sluiten in de zomer, juist als hitte het hevigst is. Dit ondermijnt hun functie als plek voor samenkomst, steun en verkoeling.

    Voorbeelden die wél inspireren: het gemeentehuis in Oosterhout opende de deuren tijdens een hittegolf begin juli 2025 ter verkoeling en ontmoeting. Bewoners waren welkom tussen 9:00 en 17:00. Maar ook daar geldt: na 17:00 blijft het warm, dus openingstijden moeten worden aangepast aan het klimaat. 

  • Verweving van klimaatbeleid met bestaande sociale netwerken 
    Madeleen wijst erop dat gemeenten al veel doen op het gebied van eenzaamheid, maar dat die inspanningen ’s zomers vaak stilvallen. Dat is precies het moment waarop klimaatrisico’s zoals hitte, droogte en wateroverlast juist toenemen. De sprekers stellen voor om de eenzaamheidscoalities en klimaatnetwerken meer met elkaar te verbinden, zodat de sociale kant van klimaatadaptatie ook in kwetsbare periodes wordt geborgd. 

  • Hitteplannen te veel gericht op het individu 
    De huidige hitteprotocollen richten zich vooral op individuele burgers of zorginstellingen. Volgens de sprekers is dat te beperkt. Hulp en handelingsperspectief moeten collectief worden georganiseerd. Victor introduceert de term “samenredzaamheid” als alternatief voor de veelgebruikte “zelfredzaamheid”. Die term onderstreept dat veerkracht vooral ontstaat door collectieve actie en onderlinge zorg. 

  • Samenredzaamheid én overheidsverantwoordelijkheid 
    Tot slot benadrukken Annick en Victor dat de overheid een duidelijke rol blijft houden. Samenredzaamheid betekent níét dat burgers er alleen voor staan. Juist de overheid moet investeren in fysieke en sociale structuren die deze collectieve kracht mogelijk maken – en daarin niet alleen op de burger vertrouwen. 

Klimaatrechtvaardigheid in Rotterdam 

Kracht van sociale infrastructuur bij klimaatadaptatie
Michelle ter Haar en Rosemarie van Ham (gemeente Rotterdam)

Klimaatverandering als versterker van ongelijkheid
Rotterdam is — ondanks haar groene parken, iconische architectuur en levendige stadsmarketing — ook een stad met versteende wijken met hoge dichtheid, verouderde woningen, toenemende dakloosheid en sociaal-economische uitdagingen. De stad is een van de armste en ongezondste van Nederland. Klimaatverandering komt hier bovenop en versterkt bestaande ongelijkheden. De ongelijkheid is niet alleen zichtbaar in fysieke ruimte, maar ook in gezondheid, welzijn, woonsituatie en toegang tot hulpbronnen. 

Hoewel het programma Rotterdams Weerwoord expliciet de mens centraal wil stellen in zes klimaatthema’s (wateroverlast, droogte, hitte, bodemdaling, overstroming en neerslag), blijkt in de praktijk de focus nog te veel te liggen op het fysieke domein: op data, ruimtelijke ingrepen, en technische oplossingen. 

Klimaatrechtvaardig Rotterdam erkent -net als de VN met het rapport “We’re all in this together”- dat het belangrijk is om mensenrechten als uitgangspunt te nemen. In ons geval in de klimaatadaptatie-aanpak. Zoals mensenrechten jurist Daphina Misiedjan vaker zegt “We zitten allemaal in dezelfde storm, maar zeker niet in dezelfde boot.” 

 

Klimaatverandering vergroot ongelijkheid. Josephine van Hillen van de Universiteit van Antwerpen noemt dit klimaatongelijkheid. Ongelijkheid op basis van o.a. inkomen, vermogen, etniciteit stapelen zich op. Mensen met meerdere vormen van achterstelling zitten vaak niet aan tafel waar beslissingen worden genomen, wat leidt tot herhaling en bestendiging van uitsluiting. Die cirkel moet je doorbreken, en dat begint bij het erkennen en in kaart brengen van ongelijkheid. 

Rotterdam hanteert een intersectionele benadering met behulp van het Rechtvaardigheidswiel. Deze visualiseert machtsposities en uitsluiting langs assen zoals inkomen, lichamelijke & mentale gezondheid, gender, en migratieachtergrond. Het wiel is vertaald en gevalideerd met ervaringsdeskundigen uit de stad. 

Daarbij koppelt Rotterdam wetenschappelijk onderzoek aan concrete ervaringen én aan de zes klimaatrisico’s van het Rotterdams Weerwoord-programma. 

Het Rechtvaardigheidswiel geeft inzichten in ongelijkheden en kan gekoppeld worden aan aspecten binnen de klimaatcrisis. We kijken naar uitsluiting & discriminatie, handelingsperspectief, impact van klimaat en toegang tot informatie. De categorie Woonsituatie is een sprekend voorbeeld uit het wiel waar ongelijkheid zich manifesteert: 

  • Dak- en thuislozen worden standaard uitgesloten van klimaatmaatregelen omdat zij geen formele woonplek hebben. Daarnaast staan zij blootgesteld aan de weersextremen.
  • Huurders hebben beperkte zeggenschap over woningaanpassing, vaak gebonden aan langetermijn onderhoudsplannen. Daarnaast kan de huur worden verhoogd na het nemen van maatregelen die eigenlijk tot een goede woonbasis behoren.
  • Kruispunt maken tussen categorieën; kopers met lage inkomens hebben de juridische verantwoordelijkheid voor woningverbetering, maar missen de financiële slagkracht om te investeren. 
  • Subsidies bestaan, maar de aanvraagprocedures vereisen zelfredzaamheid die niet iedereen heeft, zoals taalbeheersing, digitale vaardigheid, DigiD en geld om de maatregelen voor te schieten.
  • Er is ook sprake van institutioneel wantrouwen: mensen durven geen handtekening te zetten voor bijvoorbeeld een gratis plantactie vanwege eerdere ervaringen zoals het toeslagenschandaal. 
We kijken vaak met een te smalle bril naar de doelgroep. Bijvoorbeeld bij hitte. Er wordt vaak gesproken over “kwetsbare ouderen”, maar denk ook aan mensen met ADHD of autisme, mensen met een beperking, zwangere personen, of buitenwerkers. Die worden vaak vergeten. 

Rotterdam beschikt over geavanceerde hittekaarten en inkomenskaarten. Door deze te combineren ontstaat een gedetailleerd beeld van waar het het heetst is; waar het besteedbaar inkomen het laagst is en waar de zelfredzaamheid het minst is. Niet de hitte zelf, maar de combinatie met impact én handelingsperspectief geven een completer beeld voor een rechtvaardigere prioritering.

Een interactieve kaart toont plekken in de stad waar het tijdens hitte koel is — bijvoorbeeld musea en bibliotheken. Probleem: veel plekken zijn niet gratis toegankelijk. Door een koppeling te leggen met de RotterdamPas kunnen mensen met lage inkomens en studenten op deze plekken gratis terecht. Zo vergroot Rotterdam de toegankelijkheid tot koele en warme plekken. 

Het WRR-rapport helpt om het verhaal van klimaatrechtvaardigheid intern te versterken. Klimaatrechtvaardig Rotterdam werkt voor inbedding van klimaatrechtvaardigheid in het fysieke en sociale domein. Zo staan o.a. gezondheid en inclusie centraal in de Omgevingsvisie Rotterdam en is het onderwerp onderdeel van het beleidskader Inclusief Samenleven, dat is voortgekomen uit de excuses voor het slavernijverleden.

Rotterdam participeert in internationale projecten en benadrukt het belang van wederkerigheid en erkenning van andere perspectieven, zoals: 

  • Just green policy: een rechtvaardig groenbeleid
  • Inheemse visies op de klimaatcrisis en wederkerigheid 
  • In beleid opnemen van ervaringen van klimaatvluchtelingen met droogte of hitte in het thuisland.

Michelle ter Haar merkt een aantal zaken op over het WRR-rapport:

  • Oversterfte door hitte in 2003 wordt niet voldoende uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en opleiding. 
  • Vrouwen (75+) stierven disproportioneel vaker dan mannen, maar dit is in het WRR-rapport onderbelicht. 
  • Mentale gezondheid, medicijngebruik en etniciteit zijn volgens Rotterdam cruciale indicatoren voor klimaatgevoeligheid die niet genegeerd mogen worden. 

Rotterdam laat zien dat klimaatrechtvaardigheid meer is dan een beleidskreet. Het is een transformatie van denken en doen, waarbij fysiek én sociaal beleid worden verbonden, waarbij verhalen en data elkaar versterken, en waarin ongelijkheid wordt erkend en actief bestreden.

Rosemarie: “Het sociale is geen bijzaak in klimaatbeleid, het is het fundament.” 

Amsterdam: Gelijke kansen in een veranderend klimaat 

De impact van klimaatverandering op de bestaanszekerheid van Amsterdammers
Sprekers: Karin de Nijs en Wander Engbers (gemeente Amsterdam)

In Amsterdam groeit het besef dat klimaatverandering niet alleen over wateroverlast of hittegolven gaat, maar ook over de vraag: wie wordt hier het hardst door geraakt? Lange tijd lag de focus op technische oplossingen zoals dijken, waterpleinen en hittekaarten. Belangrijk, maar daarmee bleef een essentieel gesprek achterwege: wat betekenen deze klimaateffecten voor het dagelijks leven van Amsterdammers — vooral voor mensen met minder kansen? 

De gemeente besloot daarom het perspectief te kantelen: niet beginnen bij de fysieke risico’s, maar bij bestaanszekerheid. Hoe raakt klimaatverandering onze gezondheid, ons werk, ons huis? En raken die gevolgen iedereen even hard? 

In het onderzoek Klimaatverandering en bestaanszekerheid van het Stedelijk Strategie Team keek de gemeente naar vier onderdelen van bestaanszekerheid: wonen, werken, gezondheid en welzijn. Per thema werd onderzocht welke gevolgen klimaatverandering kan hebben: 

  • Bij wonen bleek bijvoorbeeld dat slecht geïsoleerde woningen extra opwarmen tijdens hittegolven, en dat vochtproblemen door extreme regen vaak leiden tot schimmel. 
  • Bij werk speelt buitenwerk een rol, maar ook: wat als je door wateroverlast niet op je werk kunt komen? 
  • Gezondheid en welzijn bleek sterk beïnvloed door hitte. Hierbij spelen fysieke kwetsbaarheid en sociale netwerken een rol.

Door deze effecten te combineren met gegevens over armoede, opleidingsniveau en gezondheid, ontstonden kaarten die duidelijk maken waar in de stad de gevolgen het grootst zijn — en voor wie. 

De kaarten laten zien: klimaateffecten en sociale achterstanden vallen vaak samen. In Amsterdam-Noord, Zuidoost en Nieuw-West wonen relatief veel mensen met een lager inkomen en een minder goede gezondheid. Juist daar zijn woningen slechter geïsoleerd, is er minder groen, en is de kans op hittestress of schimmel groter. 

Sommige schrijnende voorbeelden laten zien wat dat betekent: 

  • In een flat in Nieuw-West meldden alleen bewoners met een hogere opleiding vochtproblemen. Anderen — soms vanwege taalbarrières of gebrek aan vertrouwen — trokken gewoon weg. 
  • In Amsterdam-Noord kampen koopwoningen met funderingsproblemen door droogte. Bewoners zitten klem: wel een eigen huis, maar niet genoeg geld voor herstel. 
  • Zelfs in de grachtengordel, vaak gezien als ‘rijke’ wijk, wonen mensen in sociale huur die geen invloed hebben op isolatie of ventilatie — met grote gevolgen als het warmer wordt. 

Sommige wijken vallen buiten het zicht van beleid omdat ze ‘rijk’ lijken, zoals Watergraafsmeer. Toch wonen daar veel ouderen en ligt de wijk laag — wat het risico op overstroming vergroot. Als je alleen naar inkomen kijkt, mis je dus belangrijke kwetsbaarheden. 

De boodschap van de gemeente is helder: niet de plek waar het fysiek het warmst of natst is, moet voorrang krijgen — maar waar mensen het minste tegen een klap kunnen. 

De gemeente gebruikt deze inzichten al in beleid: 

  • Isolatiemaatregelen worden nu eerst uitgevoerd in buurten waar de warmtevraag het hoogst is én waar mensen de minste middelen hebben. 
  • Het warmteprogramma houdt ook rekening met (toekomstige) koude behoefte om te voorkomen dat isolatie vandaag tot hitte morgen leidt.
  • Via de knelpuntenaanpak klimaatadaptatie worden buurten met een hoge fysieke en sociale urgentie voor klimaatadaptatie worden eerder aangepakt.

Keuzes en dilemma’s in de praktijk 

Het rapport benoemt ook de lastige keuzes waar gemeenten voor staan: 

  • Besteden we ons geld aan maatregelen voor vandaag of voor de toekomst: bv. lerarentekort verminderen of klaslokalen koeler maken;
  • Hoe en in welke mate bereiden we ons voor op een onvoorspelbare toekomst, bv. een eventuele clusterbui boven de stad;
  • Hoe ver reikt de gemeentelijke rol, bv. als het gaat om maatregelen in de woning?

Deze dilemma’s maken duidelijk dat klimaatbeleid geen apart dossier is, maar raakt aan alles: gezondheid, onderwijs, wonen, werk. 

Klimaatverandering raakt ons allemaal, maar niet iedereen even hard. De mensen met de minste middelen wonen vaker in kwetsbare buurten, en hebben vaak ook nog eens minder invloed of kennis om in actie te komen. 

Juist daarom biedt klimaatbeleid ook een kans: door gericht te investeren in kwetsbare wijken, kan Amsterdam niet alleen klimaatschade beperken, maar ook ongelijkheid verkleinen. 

De kernboodschap aan bestuurders is dan ook:
Maak van klimaatbeleid geen kwestie van stenen of hittekaarten alleen. Zet mensen en bestaanszekerheid centraal, en zorg dat de grootste kwetsbaarheid de meeste aandacht krijgt.” 

15 juli 2025

De EU-herdenkingsdag voor mensen over de hele wereld die getroffen zijn door klimaatverandering 

Op 15 juli is het EU Day for Victims of the Global Climate Crisis. Sinds 2023 en herdenkingsdag om stil te staan bij de mensen die wereldwijd geraakt zijn door de klimaatcrisis. De datum verwijst naar de overstromingen in 2021 in Limburg, Duitsland en België. Maar de impact van klimaatverandering is wereldwijd voelbaar en al veel langer. Juist op andere continenten worden mensen al decennialang getroffen door droogte, overstromingen en mislukte oogsten. Terwijl zij in veel mindere mate hebben bijgedragen aan de oorzaak van deze crisis.

Aanjager van deze dag is het Europese Climate Pact: een beweging van klimaatambassadeurs die in heel Europa lokaal in actie komen voor een duurzame toekomst. Klimaatverbond, coördinator van Climate Pact in Nederland, roept iedereen op: sta op 15 juli op je eigen manier stil bij de mensen die nú al geraakt zijn door klimaatverandering.

Bekijk al onze recente webinars over hitteadaptatie

Het webinar is onderdeel van de Community of Practice Hitte

Een informeel netwerk van decentrale overheden dat zich focust op het delen van kennis, ervaring en onderzoek over hitteadaptatie.

Voor vragen over het webinar of deelname aan de CoP, neem contact op met ons team hitteadaptatie.
Edwin van der Strate
Melanie Miltenburg
Melanie Miltenburg