Om er zeker van te zijn dat wat je als (overheids)organisatie allemaal doet voor klimaatmitigatie ook daadwerkelijk effect heeft, is het belangrijk om in beeld te hebben wat de CO2-uitstoot van je organisatie is en hoe deze zich ontwikkelt. Voor sommige beleidsinstrumenten, zoals CO2-beprijzing waarbij een prijs gerekend wordt voor de uitstoot van elke ton CO2eq, is het zelfs een harde voorwaarde. Hoe kun je immers een prijskaartje aan je CO2-uitstoot hangen als je helemaal niet weet wat je uitstoot is?
De CO2-Prestatieladder is een geaccrediteerde methode om je CO2-uitstoot op organisatieniveau in beeld te brengen, zowel voor je eigen bedrijfsvoering als verderop in de keten. Oorspronkelijk is de Ladder ontwikkeld voor bedrijven, maar ook steeds meer overheidsorganisaties – van ministeries tot gemeenten – kiezen ervoor om een certificaat te halen op de Ladder (er zijn inmiddels meer dan 1500 Nederlandse certificaathouders, waaronder ongeveer 50 overheden).
Grip krijgen op CO2-uitstoot
Vanuit Klimaatverbond sporen wij onze leden aan om ook een certificaat te halen, of in ieder geval om de methode te volgen. Niet alleen om grip te krijgen op de CO2-uitstoot van je organisatie, maar ook als helder signaal naar bijvoorbeeld bedrijven waar je mee samenwerkt. De beheerder van de CO2-Prestatieladder omschrijft dit als “practice what you preach”. Als Klimaatverbond voelden wij dit ook; als we onze leden aansporen om een certificaat te halen op de Ladder, dan moeten wij dit zelf ook doen.
En zo geschiedde. In 2020 haalden we ons certificaat op niveau 3 (van de 5) van de CO2-Prestatieladder. We kregen inzicht in waar onze voornaamste uitstoot zat. Dit bleek het energiegebruik in ons kantoorpand in Arnhem en het werk-werkverkeer van ons team. Ook probeerden we onze uitstoot ieder jaar verder omlaag te brengen. We ontdekten echter dat veel maatregelen op de lijst van de Ladder niet voor ons van toepassing waren. En dat we door de aard van onze organisatie op veel vlakken al op een hoog ambitieniveau zaten. Denk aan ons mobiliteitsbeleid, we doen vrijwel alles met het openbaar vervoer, óók internationale reizen. En onze energie-inkoop: groen en zo lokaal mogelijk. De grootste uitdaging bleef de verduurzaming van ons gehuurde kantoorpand, een Rijksmonument uit 1904. Bepaalde laagdrempelige maatregelen hebben we ondernomen, zoals tochtstrippen en onderhoud aan de cv-ketel. De grootschalige (renovatie- en) verduurzamingsmaatregelen kunnen we echter niet zelf nemen. Daarvoor is de eigenaar aan zet en is de status van Rijksmonument tevens een beperkende factor die buiten onze invloedssfeer ligt.
Klimaatverbond kiest niet meer voor certificering
We hebben besloten om te stoppen met de CO2-Prestatieladder. Het bijhouden van de certificering vraagt veel tijd en geld, wat een uitdaging is voor een kleine organisatie zoals de onze. Dit betekent niet dat we het belang ervan niet zien—integendeel. We vinden het nog steeds een waardevol initiatief, maar voor ons is het punt bereikt waarop we er niet meer uit kunnen halen dan we al hebben gedaan.